bijl.nr. 333 Bij de wijziging van de wet is tevens aangegeven voor welke onroerende goederen de gecorrigeerde vervangingswaarde in de plaats treedt van de waarde in het economische verkeer. Wij verwachten dat deze wijziging op de totale opbrengst van deze belastingen geen of weinig gevolgen zal hebben. Tot en met het jaar 1982 zijn slechts enkele objecten bij de heffing als incourant object aangemerkt. Een voor de heffing, gelet op het bedrag van de aanslag, belangrijk object vormde de rioolwater zuiveringsinstallatie. Deze zal, omdat ook de vrijstellingsbe palingen zijn uitgebreid, ook met inachtneming van de nieuwe wettelijke voorschriften in de toekomst niet in de heffing kunnen worden betrokken. Enkele andere incourante objecten zijn, als de opbrengst aan belasting als criterium wordt genomen, als onbelangrijk aan te merken Ter uitvoering van de nieuwe wettelijke bepalingen is in de U aangeboden ontwerp-verordening in artikel 4, tweede en derde lid, bepaald op welke wijze de grondslag van de incourante ob jecten moet worden vastgesteld en welke soorten objecten in ieder geval als incourant moeten worden aangemerkt. Aangetekend wordt dat in Breda de grondslag van incourante objecten in het verleden reeds werd vastgesteld met inacht neming van de gecorrigeerde stichtingskosten of de geschatte herbouwwaarde, zoals deze zijn beschreven in de nota met betrekking tot de uitgangspunten bij het bepalen van de waarde in het economische verkeer van onroerende goederen voor de toe passing van de onroerend-goedbelastingen van de werkgroep taxatie-overleg onroerend-goedbelastingen grote gemeente, aan welk overleg ook de gemeente Breda deelneemt. Bij de genoemde wijziging van de gemeentewet zijn tevens drie nieuwe vrijstellingen voorgeschreven. Het betreft vrijstellin gen van openbare land- en waterwegen, waterverdedigings- en waterbeheersingswerken en zuiveringsinstallaties, beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen De eerstgenoemde objecten waren reeds in de vigerende verorde ning vrijgesteld. Artikel 7 van de U aangeboden ontwerp-verordening is met de nieuwe vrijstellingsbepalingen uitgebreid. Omdat de Wet premie kerkenbouw is ingetrokken (wet van 26 april 1982 Stb. 276) is bij wet van 27 januari 1983 (Stb. 69) het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen aangepast. De tekst ervan is thans opgenomen in het eerste lid van artikel 7 van de U aangeboden ontwerp-verordening. Verder is de tekst van het tweede lid van artikel 7 (vrijstelling voor natuurter reinen) aangepast aan het nieuwe Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek In het algemeen kunnen belastingverordeningen niet met terug werkende kracht worden vastgesteld. Slechts in hogere uitzon deringen zal, indien bijzondere omstandigheden dat recht vaardigen aan een dergelijke verordening koninklijke goed keuring worden verleend. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1428