bij bijlage nr. 333
c. woning:
een gebouwd eigendom of een gedeelte daarvan als
bedoeld onder 1, 3, 4 en 5 van letter a.dat in
hoofdzaak is bestemd of wordt gebruikt voor woon-
doeleinden.
Artikel 4
Heffings- 1Voor de vaststelling van de heffingsgrondslag
grondslag wordt de waarde in het economische verkeer be
paald op die welke aan het onroerende goed dient
te worden toegekend indien de volle en onbe
zwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden over
gedragen en de verkrijger het goed in de staat
waarin het zich bevindt, onmiddellijk en in volle
omvang in feitelijk gebruik zou kunnen nemen.
2. Met betrekking tot een onroerend goed als bedoeld
in het derde lid wordt, in afwijking van het be
paalde in het eerste lid, de heffingsgrondslag
gesteld op de vervangingswaarde van dat goed, bij
de bepaling waarvan rekening wordt gehouden met
de technische en de functionele veroudering die
is opgetreden sedert de stichting van het goed,
waarbij de invloed van latere wijzigingen mede in
aanmerking wordt genomen.
3. Het bepaalde in het tweede lid is van toepassing
met betrekking tot het onroerende goed waarvoor
redelijkerwijs geen verkrijger kan worden ge
vonden die het goed zou willen verwerven tegen
een bedrag dat in een redelijke verhouding staat
tot de in het tweede lid bedoelde waarde en die
het goed overeenkomstig het eerste lid in gebruik
zou willen nemen met inachtneming van de aard en
de bestemming daarvan. Als een zodanig goed wordt
in ieder geval aangemerkt het onroerende goed dat
naar zijn specifieke aard en inrichting is
bestemd om te worden gebruikt ten behoeve van:
a. de openbare dienst door organen, instellingen
en diensten van publiekrechtelijke rechtsper
sonen
b. de opwekking, de produktie, het transport of
de distributie van energie en energiedragers,
alsmede de winning, het transport of de dis
tributie van water;
c. de zuivering van riool- en ander afvalwater;
d. de winning van delfstoffen;
e. het geven van onderwijs;
f. de verzorging van zieken, gebrekkigen of
bejaarden
- 3 -