t t bij bijl.nr. 355 I 7. Elk lid van de commissie heeft het recht een minderheids standpunt te doen opnemen. Artikel 6. 1De leden van de commissie zijn tegenover eenieder gehouden tot volstrekte geheimhouding van al datgene wat in verband met het lidmaatschap direct of indirect aan hen ter kennis is gekomen. 2. Deze volstrekte geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding ervan. 3. De in dit artikel bedoelde geheimhouding brengt met zich mee dat de leden der commissie - noch schriftelijk, noch mondeling - inlichtingen over de kandidaten inwinnen bij, noch geven aan derden, de andere leden van de raad hierbij inbegrepen Artikel 7. 1. Voor zover de commissie bijstand behoeft, wordt deze door of vanwege de gemeentesecretaris geboden. 2. Op de bijstand verlenende persoon of personen is artikel 6 onverkort van toepassing. Artikel 8. 1De commissie houdt op te bestaan op de dag waarop de nieuwe burgemeester is benoemd. 2. De voorzitter van de commissie draagt daarna onverwijld zorg voor de terugzending dan wel vernietiging van alle stukken die door of vanwege de commissie werden geproduceerd of aan haar werden toevertrouwd. Artikel 9. 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen en binnen de grenzen, in de circulaire van de minister van binnenlandse zaken van 19 april 1983 gesteld. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1545