Moties of andere besluiten van het gemeentebe Btuur waarin wordt bepaald, geen kernwapens o het grondgebied van de gemeente te wensen of daarvan te zullen weren zijn daarom primair gericht op een intentieverklaring hieromtrent Pas wanneer door de rijksoverheid aan een ge meentebestuur wordt gevraagd om op de een of andere wijze mee te werken aan een op rijks niveau genomen besluit tot stationering van kernwapens, zijn er mogelijkheden voor de ge meente in het kader van de wetgevende en/of de besluitvormende sfeer hierover nadrukke lijker een standpunt te bepalen. Deze mogelijkheden zijn met name gelegen in gemeentelijke planologische maatregelen via de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en gelet op de doorwerking hiervan vooral in de Woningwet (bouwvergunning).^ Te denken is hierbij aan het voorbereidings- besluit, het bestemmingsplan en de hierbij behorende bestemmings- en gebruiksvoorschrif ten, het stelsel van de aanlegvergunning bij dit alles inbegrepen. Xen eerste vraag die hierbij is te stellen, i.s of de vereiste goedkeuring van met name het bestemmingsplan zal worden verkregen Wanneer de rijksoverheid heeft gevraagd om medewerking en het gemeentebestuur wil deze niet verlenen dan voorzien de artikelen 37 tot en met 41, 65 en 66 van de WRO in de vol gende mogelijkheden - Op grond van die artikelen kunnen gedepu teerde staten en de Kroon bindende aanwij zingen geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1594