bijl.nr. 382 Wij zijn van mening, dat het gestelde in het beroepschrift geen aanleiding is tot het geven van uitstel van de werkzaamheden en dat aan het geëiste in de aanschrijvingen op zo kort mogelijke termijn moet zijn voldaan. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de bouw verordening 1978 is Ondra C.V. in de commissievergadering van 18 oktober 1983 in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Zij heeft van deze gelegenheid echter geen gebruik gemaakt. Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te beslui ten tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de aanschrij vingen Het resultaat van de beraadslaging in de commissie Wonen ligt ter inzage. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. ligt ter visie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1649