bij bijlage nr. 392 II brandt 4. De gemeente is gerechtigd de levering van elektriciteit aan de lichtbakken te onderbreken, indien en voorzover dit in verband met rantsoeneringsmaatregelen of anderszins in het algemeen belang noodzakelijk is. Artikel 7 Tijdelijke verwijdering De gemeente is gerechtigd om ten behoeve van door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte werkzaamheden reclame-objecten voor de duur van die werkzaamheden te doen verwijderen. Artikel 8 Vergoedingen 1. Het N.P.B. is op jaarbasis aan de gemeente als vergoeding voor het in artikel 1 bedoelde recht verschuldigd: a. voor elke lichtbak 802, b. voor elk onverlicht bord 401, 2. Het N.P.B. is naast de in het eerste lid bedoelde vergoeding jaarlijks aan de gemeente verschuldigd een vergoeding voor het gebruik van de elektrische aansluitapparatuur in elke lichtmast waaraan ingevolge deze overeenkomst een lichtbak is aangebracht. Deze vergoeding bedraagt 120,voor elke licht mast 3. Het N.P.B. is naast de in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen aan de gemeente verschuldigd de kosten van elek- triciteitsverbruik. De kosten worden berekend naar rato van het aantal branduren maal vermogen maal kWh-prijs plus het vastrechttarief per jaar. 4. De in het eerste lid onder a. en bgemelde vergoedingen zullen met ingang van de eerste dag van het eerste en van elk volgend contractjaar worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig de stijging of daling, die het totaalprijsindexcijfer van de gezinsconsumptie,reeks voor werknemersgezinnnen met een inkomen beneden de loongrens van de ziekenfondsverzekering, door het C.B.S. vastgesteld op de meest recente tijdsbasis, zal vertonen ten opzichte van het overeenkomstige cijfer van een jaar daar voor, afgerond op drie decimalen. Hiertoe zal de tot de datum van aanpassing geldende vergoeding worden vermenigvuldigd met een factor die wordt verkregen door het bovengenoemde prijs indexcijfer van het voorbije jaar te delen door het prijsindex cijfer van het jaar daarvoor en deze factor af te ronden op drie decimalen. Artikel 9 Berekening verschuldigde vergoedingen 1. In dié gevallen, waarin een object voor een periode korter dan een jaar aanwezig is, worden de vergoedingen, als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, naar evenredigheid berekend, met dien verstande dat objecten, die zijn geplaatst c.q. ver wijderd vóór de 15e van enige maand, geacht worden te zijn verplaatst c.q. verwijderd in die maand; reclame-objecten, die zijn geplaatst c.q. verwijderd op of na de 15e van enige maand, worden geacht te zijn geplaatst c.q. verwijderd in de daarop volgende maand. 2. Bij berekening van de in artikel 8, eerste en tweede lid be doelde vergoedingen, wordt voor lichtbakken, waaraan ingevol ge artikel 6, vierde lid geen elektriciteit wordt geleverd, het gemelde onder artikel 8, eerste lid onder b. van toepas sing geacht en derhalve het gemelde onder artikel 8, tweede lid als zijnde niet van toepassing beschouwd. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1688