aan de raad der
gemeente Breda
agendanummer: 11
bijlagenumme r3 9 7
Mil/8313793 Voorstel van burgemeester en wet
12—10—1983 houders tot het afleggen van een
verklaring ex art. 74, lid 2
onder a van de Wet geluidhinder.
Momenteel is in ontwikkeling het bestemmingsplan "Oosterhoutse-
weg - Nieuwe Kadijk (gedeeltelijke herziening 1981/1 van
bestemmingsplan "Doornbos Oost 1964").
In dit kader dient ook rekening te worden gehouden met de rand
voorwaarden die door de Wet geluidhinder worden gesteld.
Daarbij is onder meer van belang, dat de wet aan weerszijden
van wegen een zone voorschrijft, waarbinnen de geluidsbelasting
op de gevels van woningen vanwege de wet niet meer mag bedragen
dan 50 dB(A). Om echter inzicht te verkrijgen in de mate van
geluidsbelasting die door een weg wordt veroorzaakt zal norma
liter elke keer een akoestisch onderzoek nodig zijn.
Er zijn echter gevallen waarbij op grond van het geringe aantal
motorvoertuigen dat van de weg gebruikt maakt of zal maken,
reeds van tevoren vast staat dat geluidhinder langs deze wegen
nauwelijks zal optreden, waardoor een akoestisch onderzoek over
bodig is. De wetgever gaat ervan uit dat dit het geval is
wanneer minder dan 2.450 motorvoertuigen per etmaal van de weg
gebruik zullen maken. De gemeenteraad zal dan dienen te
verklaren dat binnen een periode van 10 jaren te verwachten is,
dat minder dan het genoemde aantal de weg zal passeren.
Deze situatie doet zich met betrekking tot het onderhavige plan
gebied voor ten aanzien van de DruivenstraatHoewel deze weg
als zodanig niet binnen de bestemmingsplangrenzen is gelegen
zou een zone - welke in casu aan weerszijden van de weg een
breedte heeft van 200 meter - zich tot in het plangebied
uitstrekken
Nu op grond van een redelijke schatting, gemaakt volgens door
de wetgever aangegeven richtlijnen, verwacht kan worden dat
minder dan 2.450 motorvoertuigen per etmaal van de Druiven-
straat gebruik zullen maken, stellen wij U voor bijgaande
verklaring vast te stellen.