aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 33
SD/8212039
23-11-1982
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot subsidiëring van het
Instituut voor Maatschappelijk
Welzijn te Breda voor 1979 tot
en met 1982.
De subsidiëring van het I.M.W. - zowel voor rijk als gemeente -
geschiedde tot en met 1978 voor het grootste deel conform twee
rijkssubsidieregelingen, te weten:
1. de rijkssubsidieregeling samenlevingsopbouw, deel D (opbouw
werk in bijzondere situaties).
Dit subsidie bedraagt in principe:
a. 50% van de subsidiabele personeelskosten en kosten van
deskundigen;
b. 50$ van de apparaatskosten (gemaximaliseerd);
c. een afkoopsom voor activiteiten;
2. de rijkssubsidieregeling voor het algemeen maatschappelijk
werk
Dit subsidie bedraagt:
a. 50$ van de subsidiabele salarissen honoraria;
b. 50$ van de apparaatskosten, die per functionaris worden
vastgesteld op een (jaarlijks aangepaste) afkoopsom.
Voor het onderdeel woonwagenwerk is de Woonwagenwet 1968 als
subsidiegrondslag van toepassing.
Met ingang van 1 januari 1979 is voor de afdeling samenlevings
opbouw met uitzondering van het stedelijk bureau, de rijksbij
drageregeling sociaal culturele activiteiten van kracht ge
worden.
Praktisch gesproken betekent dit dat het voormalige rijkssub
sidie ter zake van de Samenlevingsopbouwprojecten Centrum,
Noord, West en Wisselaar door het rijk vanaf 1 januari 1979 in
de vorm van een rijksbijdrage aan de gemeente wordt betaald
(jaarlijks aangepast).
Per 1 januari 1980 is ook het stedelijk bureau onder de wer
kingssfeer van deze rijksbijdrageregeling S.K.A. komen te
vallen
Met ingang van 1 januari 1982 is de tijdelijke subsidieveror
dening sociaal cultureel werk Breda van kracht, waarmee tijde
lijk een oplossing voor de subsidiëring van het onderdeel
samenlevingsopbouw van het I.M.W. is geworden.