bijl.nr. 408
Sinds het bestaan van de heffingsmogelijkheid zijn de rollen
geleidelijk omgekeerd. De hondenbelasting wordt meer en meer
gebruikt om de gemeenten van een bron van inkomsten te voor
zien
Theoretisch kan men de hondenbelasting rangschikken onder de
categorie "remming van het gebruik en belasting op genot". Dit
houdt in dat de hondenbelasting zowel als een verteringsbelas
ting en als een profijtheffing beschouwd kan worden met als
nevendoel het beperken van het aantal honden uit een oogpunt
van openbare orde en gezondheid.
De tariefstelling zal afhankelijk zijn van de nadruk die op het
karakter van deze belasting wordt gelegd. Kiest men voor de
verteringsbelasting dan zal een zekere mate van progressie
(bv. gestaffelde progressie naar het aantal honden) aanwezig
moeten zijn.
Ook het nevendoel: beperking van het aantal honden wordt
daarmede recht gedaan. Bij deze keuze wordt geen recht gedaan
aan de benadering naar draagkracht aangezien met een progres
sie, gerelateerd aan het aantal honden geen sprake is van een
belastingdruk die gelet op het inkomen op iedere belastingplich
tige naar evenredigheid drukt.
Wij zijn van mening dat met inachtneming van het nevendoel, de
beperking van het aantal honden, gekozen kan worden voor het
karakter van de verteringsbelasting.
In artikel 5 van de U aangeboden ontwerp-verordening hebben wij
daarom een tarief opgenomen dat een gestaffelde progressie
vertoont. Dit duidt derhalve op een zakelijke belasting. Daarom
is in de ontwerp-verordening ook geen vrijstelling opgenomen
voor degenen wier inkomen beneden het minimum inkomen ligt.
Deze vrijstellingsbepaling zou ons inziens zelfs als strijdig
met het wettelijk karakter kunnen worden beschouwd. Indien
iemand de hondenbelasting niet kan betalen, is de aangewezen
weg de oninvorderbaarverklaring of afschrijving op grond van
financiële omstandigheden. Artikel 17 van de Wet op de invorde
ring van 's-rijks directe belastingen biedt ons daarvoor de
mogelijkheid
De in artikel 5 van de ontwerp-verordening opgenomen tarieven
kunnen als vrij hoog aangemerkt worden.
Wij verwachten van dit tarief het neven-effect van een beper
king van het aantal honden met als gevolg:
- minder kans op verontreiniging van straten, voetpaden, plant
soenen ed
- minder kans op zwerfhonden (in eerste instantie mogelijk een
toename, maar na verloop van tijd een afname).
De aanwezigheid van honden brengt voor de gemeente kosten met
zich mee. Door de uitbreiding van het aantal honden wordt de
gemeente hiermede in toenemende mate geconfronteerd.
Terugkomende op het karakter van profijtheffing is het redelijk
voor deze kosten door middel van een hondenbelasting de
rekening te presenteren aan de houders van honden, die als
groep van ingezetenen deze kosten veroorzaken.