bij bijl.nr. 408 II
Ten aanzien van de belastingplichtige die zich in
de tweede helft van een belastingjaar in deze
gemeente vestigt en aan wie in de gemeente van
herkomst over dit gedeelte van het belastingjaar
een aanslag is opgelegd naar hetzelfde aantal
honden waarvoor hij belastingplichtig is, wordt
over dit gedeelte van het belastingjaar geen
belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven voor honden die
in de loop van het belastingjaar aan een andere
houder in de gemeente overgaan en waarvoor een
aanslag over dat belastingjaar is opgelegd. Het
vorenstaande is niet van toepassing op honden
verkregen na 30 juni van het belastingjaar,
indien voor die honden het zevende of achtste lid
van toepassing is.
V
1
Belasting
jaar
Artikel 3
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 4
Grondslag
van de be
lasting
De grondslag voor de belasting is het aantal honden,
dat de belastingplichtige houdt.
Artikel 5
W
b'
h
Belasting
tarief
De belasting bedraagt per jaar voor de eerste
hond f 75,
en voor elke volgende hond f 125,
Voor honden gehouden in kennels,
ingeschreven bij de raad van beheer
op kynologisch gebied in Nederland
alsmede gehouden in ondernemingen
voor handel in honden, in het bezit
van een vergunning, als bedoeld in
artikel 2 van de Wet op de dieren
bescherming (wet van 25 januari 1961,
Stbl. 19) bedraagt de belasting per
jaar, per kennel/onderneming f 500,
Artikel 6
Ai
Ontheffing
De belastingplichtige die tussen 1 januari en 1 juli
van het belastingjaar ophoudt houder van een hond te
zijn, doordat het dier is gestorven, het dier
voorgoed de gemeente heeft verlaten of in andere han
den is overgegaan, zonder dat in de loop van
hetzelfde belastingjaar opnieuw belastingplicht
intreedt, wordt voor de helft van de voor de hond ge
heven belasting ontheffing verleend.
Vi
f<
ai
- 2 -