aan de raad der
gemeente Breda
agendanummer: 4
bijlagenr. :411
F/14371 Voorstel van burgemeester en
30-11-1983 wethouders inzake het voortbe
staan van de gemeentelijke kre
dietbank
Inleiding
Bij raadsvoorstel van 30 juni 1983 (bijlage nr. 299) is door
ons college een voorstel tot opheffing van de kredietbank aan
Uw raad voorgelegd. In genoemd raadsvoorstel is-de problema
tiek van de gemeentelijke kredietbank met zijn (toenemende)
tekorten aan de orde gesteld. De oorzaken van deze tekorten
zijn onder meer gelegen in een terughoudende opstelling van het
publiek ten aanzien van het consumptief geldkrediet tengevolge
van de verslechterde economische situatie in den lande. Deze
tendens is versterkt door de relatief hoge tariefstelling van
de gemeentelijke kredietbank, waardoor het aandeel van de econo
misch niet-zwakke cliënten de afgelopen jaren steeds meer is
afgenomen
Op aandrang van leden van de raad, die grote waarde hechten aan
de bank als sociale instelling en de functie, die zij in het
maatschappelijk leven vervult (met name voor die groep cliën
ten die tussen wal en schip dreigt te vallen)is het voorstel
door ons college vóór de raadsbehandeling ingetrokken.
Daarbij is aan Uw raad toegezegd dat voor eind 1983 een nieuw
voorstel zal worden voorgelegd.
Mede naar aanleiding van landelijke signalen dat opheffing van
de bank niet in overeenstemming is met de landelijke beleids
ontwikkelingen in deze (landelijk juist oprichting van banken),
hebben wij besloten de mogelijkheden van voortzetting van de
bank nader te onderzoeken. Daarbij diende betrokken te worden
de (eventuele) taak(uitbreiding) van de kredietbank op het
gebied van schuldregeling, mede in samenhang met de woonlas
ten pro bl ematiek
Overleg kredietbank Den Haag
In het kader van dit onderzoek is onder meer contact opgenomen
met de heer Duyndam, directeur van de kredietbank Den Haag en
tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Volks
kredietwezen