aan de raad der gemeente Breda agendanummer: 8 bijlagenr415 Enwa/8316113 Voorstel van burgemeester en wet- 30—11—1983 houders inzake verhoging van de gastarieven voor kleinverbrui kers per 1 januari 1984. Krachtens artikel 30 van de energie- en waterverordening 1976 worden voor het gebruik van gas per meetinrichting en/of perceel de tarieven in rekening gebracht overeenkomstig de richtlijnen van de vereniging van gasexploitanten in Nederland (VEGIN), tenzij de raad anders beslist. Op de buitengewone algemene ledenvergadering van de Vegin van 6 oktober 1983 is het ook door de gemeente Breda ondersteunde voorstel aangenomen om de door de minister van economische zaken voorgestelde verhoging van de gasprijzen per 1 januari 1984 af te wijzen. De minister heeft echter bij ministeriële prijsbeschikking op grond van artikel 2 van de Wet aardgasprijzen besloten een minimum-prijs voor kleinverbruikers voor te schrijven*. Deze dwingend voorgeschreven prijs is het in 1 983 geldende Vegin-tarief (voor Breda 49,6 cent per m3verhoogd met 3 cent. Het nieuwe variabele tarief wordt dus 52,6 cent per m3 exclusief omzetbelasting. De Vegin zal juridische stappen ondernemen om deze beschikking ongedaan te maken. Wanneer deze verhoging doorgaat, betekent dit voor: a. kleinverbruikers, die het gas niet of nauwelijks voor ver warmingsdoeleinden gebruiken 600 m3 per jaar) een jaarlijkse verhoging van f 22,(inclusief 18% omzetbelas ting; b. kleinverbruikers, die het gas voornamelijk voor verwarmings doeleinden gebruiken (2.500 a 3-500 m3 per jaar) een jaarlijkse lastenverhoging van f 90,tot f 126, (inclusief 18% omzetbelasting). Hierbij moet nog rekening worden gehouden met een voorgestelde stijging van het omzetbelastingpercentage voor 1984 van 18 naar 19%, hetgeen extra jaarlasten geeft van f 3,75 respectievelijk f 13,75 respectievelijk f 19,---

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1802