- 7 - bijlagenr. 418 Advies A.C.V. Met haar brief d.d. 10 november 1983*) heeft de A.C.V. advies uitgebracht over de stadsverwarmingstarieven. Zoals hiervoor reeds is aangegeven bestaat op de meeste onderdelen overeen stemming. Een verschil doet zich voor op het gebied van de onderhoudskosten, waarbij de A.C.V. adviseert om op basis van het VESTIN/VROMIL-overleg géén onderhouds kosten in rekening te brengen bij eigenaar/verhuurder of eigenaar/bewoner. De A.C.V. concludeert dat bij het niet betalen van aansluitbijdragen het niet- meer-dan-anders beginsel strijdig is met vereenvoudiging van de tarieven, waarbij de keuze van zowel A.C.V. als Enwa uiteindelijk op de vereenvoudiging is gevallen met het zo dicht mogelijk benaderen van het niet-meer-dan-anders principe. Het uiteindelijke advies komt neer op verlaging van de tarieven, met derhalve een negatieve invloed op het stadsverwarmingsproject. Het advies is, behoudens de post onderhoud voor eigenaar/verhuurder respectievelijk eigenaar/bewoner, in overeenstemming met het onderhavige voorstel. De bedragen zijn alleen aangepast aan de tarieven per 1 januari 1984 voor gas, electriciteit en de invloed van de indexering. Financiële consequenties In de Evaluatie 1983 stadsverwarming in Breda van oktober 1983 is in het basismodel rekening gehouden met een prijsverhoging van hec aardgas van 5% (inflatie) per 1 januari 1984. Zoals uit het voorgaande blijkt is er geen sprake van een eenduidige tariefver hoging, maar van een gedifferentieerde herstructurering. Om de invloed hiervan voor de totale projectduur aan te kunnen geven is het basismodel van de evaluatie 1983 met het thans voorliggende voorstel doorgerekend. Bij aanname van de voorgestelde aanpassingen van de stadsverwarmingstarieven worden de nadelige financiële gevolgen over de totale projectduur begroot op 7.800.000,in contante waarde. Tevens zijn er financiële risico's omtrent de claim van de onderhoudsbedragen van huurwoningen bij de eigenaar c.q. exploitant. Middels de VESTIN zal worden aangedrongen bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer om dit zo spoedig mogelijk formeel te regelen. Voor de verbruikers van stadsverwarming leidt de voorgestelde aanpassing van de s.v.-tarieven tot verlaging van het jaarlijks vastrecht stadsverwarming, zoals reeds is aangegeven. Voorstel Resumerend stellen wij u voor om het volgende te besluiten: 1. De aansluitbijdragen stadsverwarming worden opgenomen in hoofdstuk VII, tarieven voor dienstverlening, van de Energie- en liaterverordening 1976. 2. De hoogte van de aansluitbijdragen stadsverwarming wordt aangepast aan de goedgekeurde bedragen door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gecorrigeerd met: - zie blad 8 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1818