In deze formule wordt voorgesteld door:
m"*": het rekenkundig gemiddelde van de twaalf door het Centraal Bureau
voor de Statistiek gepubliceerde maanindexcijfers van "door de nijverheid
afgezette investeringsgoederen" voor de periode oktober tot en met september,
voorafgaande aan het kalenderjaar, waarover wordt afgerekend;
m°: het rekenkundig gemiddelde van de twaalf door het Centraal Bureau voor de
Statistiek gepubliceerde maandindexcijfers "door de nijverheid afgezette
investeringsgoederen" voor de periode september 1979 tot en met september
1980;
L"*": het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde indexcijfer
voor de regelingslonen (lonen per uur) van volwassen mannelijke hand
arbeiders in het particulier bedrijf voor de maand september van het jaar,
voorafgaande aan het kalenderjaar, waarover wordt afgerekend;
L°: het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde indexcijfer
voor de regelingslonen (lonen per uur) van volwassen mannelijke handarbeiders
in het particulier bedrijf voor de maand september 1980.
Wanneer voor de hiervoor genoemde indexcijfers door het Centraal Bureau voor
de Statistiek een andere basisperiode en/of grondslagen worden gekozen, worden
de indexcijfers voor de periode oktober 1979 tot en met september 1980, alsmede
voor de maand september 1980 aangepast.
De in artikel 54 onder punt 1.3.1., 1.3.2. en 5. genoemde bedragen worden
jaarlijks aangepast aan de geldende tarieven voor gas, electriciteit en huur
van warmtapwater-voorziening.
Artikel 58
Rendementen.
Het variabele tarief is gebaseerd op de aardgasprijs volgens artikel 57.
Bij het bepalen van het variabele tarief wordt rekening gehouden met een
verbruiksrendement bij toepassing van aardgas van:
a. bij eengezinswoningen 70%
b. bij meergezinswoningen 80%
c. bij bijzondere bebouwing en groter verbruik 80%
d. bij grootverbruikers 80%
Deze rendementen zullen worden aangepast aan de penetratie-graad van landelijke
ontwikkelingen ter verbetering van de rendementen.
- zie blad 5 -
- 4 -
bij bijlage nr. 418 III