bijl.nr. 433
Woningbouwvereniging St. Joseph, en de Stichting Brebo tegen
de gemeente was aangespannen;
b. ons college te verzoeken om tijdens de behandeling van de
zaak in hoger beroep de mogelijkheden na te gaan om tot
een minnelijke schikking te komen.
Met betrekking tot een mogelijk te bereiken minnelijke schikking
hebben wij ons op het standpunt gesteld -dit mede tegen de
achtergrond van de motieven, die tot het instellen van het
hoger beroep hebben geleid- dat het element van een eventuele
"schuld" aan de kant van de gemeente in het overleg om tot die
minnelijke regeling te geraken niet aan de orde behoorde -en
behoefde- te komen en dat een essentieel element in dat overleg
zou dienen te zijn het van de kant van de gemeente scheppen van
condities om tot een voor beide partijen aanvaardbare afwikkeling
van zaken te komen.
Na het meergenoemde besluit van Uw Raad van 20 april 1982 heeft
-van de zijde van de gemeente op ambtelijk niveau- overleg
met de corporatie plaatsgehad om op basis van de door de
accountant van de corporatie verstrekte gegevens te komen
tot een inzicht in de omvang en de opbouw van het schadebeeld.
In dat overleg is men over en weer tot verduidelijking van
een aantal aangedragen posten gekomen; bij een aantal andere
posten bleef de relatie tot het schadebeeld discutabel. Een
niet onbelangrijk punt bij dat overleg was voorts, dat ten
tijde van dat overleg bij de Raad van Arbitrage voor de
Bouwbedrijven in Nederland in behandeling was het door Wilma
B.7. tegen de woningbouwvereniging aangespannen geding ter
bepaling van de schade, door die B.V. geleden als gevolg van
het niet-doorgaan van een gedeelte van de door de corporatie
verstrekte bouwopdracht (de woningbouwvereniging was in een
eerdere arbitrale uitspraak als enig opdrachtgever voor het
totale bouwplan in de Haagse Beemden aangewezen, dit met
uitsluiting van de Stichting Brebo). De uitslag van die arbitrage
zou voor een aanmerkelijk deel de omvang van de door de corporatie
gepretendeerde schade bepalen: eind februari 1983 zijn wij van
de uitspraak van de Raad van Arbitrage in kennis gesteld, welke
uitspraak in het nadeel van de woningbouwvereniging is
uitgevallen.
-2-