bijlage nr. 1
ANTWOORD
Voor de jaren 1982-1983 en zo mogelijk daarna heeft de rijksoverheid in het
kader van het door het ministerie van binnenlandse zaken gecoördineerde minder
hedenbeleid 72.000,— beschikbaar gesteld voor intensieve taaicursussen voor
24 cursisten.
Conform de richtlijnen heeft het Baronie van Breda College bij het werven van
deelnemers in het bijzonder aandacht besteed aan leden van culturele minderheden,
die niet of nauwelijks in het Nederlands aanspreekbaar zijn. In dit verband is
met name gekeken naar vrouwen en werkloze leden van de culturele minderheden.
De werving vond plaats in samenwerking met een aantal instellingen en institu
ten, te weten het Gewestelijk Arbeidsbureau, de gemeentelijke sociale dienst
en de Stichting Buitenlanders West-Brabant.
Omdat de plannen op instructie van de rijksoverheid in een zeer korte tijd gerea
liseerd dienen te worden, werd gebruik gemaakt van enkele grote aanmeldingsad
vertenties. Deze waren bewust in het Nederlands gesteld om instellingen en bege
leiders van leden van de culturele minderheden ertoe te bewegen zo spoedig moge
lijk namen van eventuele kandidaten op te geven.
Wij hebben geen enkele reden deze werkwijze te betreuren, integendeel. Er is
door het Baronie van Breda College snel en doeltreffend gehandeld.
VRAAG
Hoeveel aanmeldingen zijn er geweest?
ANTWOORD
Er zijn 60 aanmeldingen geweest met het verzoek om in het project geplaatst
te kunnen worden.
VRAAG
Indien er meer aanmeldingen zijn, dan dat er plaatsen beschikbaar zijn, hoe heeft
de selectie dan plaatsgevonden?
ANTWOORD
De selectie heeft plaatsgevonden in overleg met het Gewestelijk Arbeidsbureau,
zoals ook door de ministeriële richtlijnen is bepaald. Er is gestreefd naar plaat
sing van zoveel mogelijk vrouwen en werklozen.
Met inachtneming van dit uitgangspunt heeft men bij de vaststelling van de lijst
der deelnemers zoveel mogelijk de volgorde van aanmelding aangehouden.
-10-