aan de raad der
gemeente Breda
«c-iort?
Bijlage nr. 54
0nd/1/8300897
25-1-1983
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het verzoeken aan de
minister van onderwijs en weten
schappen om toepassing van
artikel 55 quater der Lager-
onderwijswet 1920 voor de
openbare lagere school Molstraat
voor het jaar 1983-
Bij de vaststelling van het bedrag per leerling is ervan
uitgegaan, dat door Uw raad tot de minister van onderwijs en
jl wetenschappen een verzoek zal worden gericht om met toepassing
van artikel 55 quater der Lager-onderwijswet 1920 de openbare
lagere school Molstraat buiten beschouwing te laten.
Het voor de openbare school Molstraat bestemde gebouw omvat in
totaal 10 lokalen.
Aan de school zijn 4 leerkrachten verbonden.
Het aantal leerlingen kan op 106 worden gesteld.
Gezien het aantal lokalen en het aantal leerkrachten, die aan
deze school zijn verbonden, geeft dit naar onze mening vol
doende motivering om ten aanzien van de school Molstraat de
minister van onderwijs en wetenschappen te verzoeken het
gestelde in artikel 55 quater der Lager-onderwijswet 1920 van
toepassing te verklaren.
Indien de geraamde kosten van de openbare g.1o-school Mol
straat voor 1983 worden gedeeld door het te verwachten aantal
leerlingen, zou zulks - exclusief administratiekosten - een
bedrag per leerling te zien geven van f 93-938,-- 106
f 886,20.
Zouden de geraamde kosten van de openbare g.1.0-school Mol
straat worden geteld bij de totale geraamde kosten van de
overige vier openbare g1o-scholen, dan zou een en ander
leiden tot het navolgende bedrag per leerling (exclusief admini
stratiekosten) f 460.414,-- 752 f 612,25.
Indien het bedrag per leerling voor het g.l.o. 1983 zoals is
voorgesteld wordt berekend over de voor 1983 geraamde kosten
van de vier openbare g1o-scholen Kapelstraat, Meerhout
straat, Doelen en Raaimoeren, dan resulteert daaruit (exclu
sief administratiekosten) een bedrag per leerling van