bijl- nr. 58
-7-
Zo nee, is het college bereid haar standpunt hierover
kenbaar te maken aan het college van bijstand en het.
college van bijstand te verzoeken om in de toekomst dit
onderscheid ook niet meer te maken?
13. Uit de beantwoording door het college van bijstand blijkt
dat er individuele omstandigheden en mogelijkheden van
de uitkeringsontvangende zijn, waardoor de sollicitatie
plicht kan komen te vervallen, wat zijn deze individuele
omstandigheden c.q. mogelijkheden?
14. Hoe vaak moet een uitkeringsontvangende per maand solli
citeren om aan de sollicitatieplicht te voldoen?
15. Is het college van burgemeester en wethouders bereid
om het ministerie te verzoeken om de sollicitatieplicht
in de toekomst te laten vervallen?
Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, wil het college bij de beantwoording van deze
vragen dit ook motiveren?
16. Is het college van burgemeester en wethouders het eens
met de groep BONJE dat jongeren met een uitkering niet
meer als 25,per maand kunnen betalen aan aflossing
van leningen en/of teveel c.q. ten onrechte ontvangen
uitkeringen?
Zo ja, wilt U Uw standpunt hieromtrent dan kenbaar maken
aan het college van bijstand en hun verzoeken in de toe
komst ook zo te handelen?
Zo nee, kunt u dan aan de hand van cijfers aantonen dat
het mogelijk is om meer als 25,per maand te betalen.
17. Is het college van burgemeester en wethouders bereid
om de strafkortingen op de uitkeringen niet hoger te
laten gaan dan 5%.
Wilt U Uw antwoord motiveren?
18. Is het college van burgemeester en wethouders ervan op
de hoogte dat de G.S.D. geen uitkeringsaanvragen van
jongeren meer in behandeling neemt?
Zo ja, welke stappen heeft U, of gaat U ondernemen om
hieraan een einde te maken?
Bent U bereid om contact op te nemen met de G.S.D. om
ook in de toekomst dit soort situaties te vermijden?