bijl. nr. 58 ANTWOORD Ad 1 De stellingname in het krantenartikel (Dagblad De Stem 11 december 1982) geeft niet voldoende genuanceerd de uitgangs punten van de besluiten van de G.S.D. met betrekking tot de uitvoeringspraktijk ten aanzien van jongeren weer. Ad 2 De staatssecretaris van sociale zaken en werkgelegenheid heeft in een circulaire van 3 december 1982 aan de gemeenten verzocht met betrekking tot het uitkeringsrecht na 1 januari 1983 van jongeren van 16 en 17 jaar, géén beschikkingen meer ty af te geven en de jongeren daarbij reeds nu informatie en voorlichting te geven omtrent de situatie na 1 januari 1983. Ad 3 Het gaat hier niet om een stellingname van de G.S.D.maar om het, in het verlengde van de onder antwoord 2 genoemde circulaire, tijdig geven van voorlichting en informatie aan jongeren omtrent de consequenties van voorgenomen besluiten van de centrale overheid. Dat dit door jongeren geïnterpreteerd wordt als een weigering om aanvragen in te nemen, is een onjuiste interpretatie van de situatie. Ons college is van mening dat wettelijke maatregelen dienen te worden uitgevoerd. Voor voornemens tot wettelijke maat regelen ligt dit uiteraard anders. Ad 4 Voor een zorgwekkende ontwikkeling waarbij de jeugd ontkop peld dreigt te geraken van de samenleving, kan niet één enkele oorzaak (bijvoorbeeld het vervallen van een zelfstan dig recht op uitkering) worden aangewezen. De noodzaak tot het verstrekken van een uitkering vloeit voort uit het feit, dat er voor vele jongeren geen plaats op de arbeidsmarkt meer voorhanden is. Het voor velen ontbre kende toekomstperspectief, gevoegd bij de afwezigheid van andere zinvolle ontplooiingsmogelijkheden, is een factor van veel zwaarder gewicht. -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 262