bijl. nr. 58 De circulaire betreffende het beleidsvoornemen van de cen trale overheid is aan de gemeente op zo krappe termijn toe gezonden, dat van een goed georganiseerde en gecoördineerde systematische voorlichting geen sprake kon zijn. Daarom is gekozen voor een directe mondelinge voorlichting aan die jongeren, die zich voor een uitkering aanmeldden. Waar mogelijk zal informatie-verstrekking schriftelijk ge schieden. Ad 10 Ons college is ervan op de hoogte dat niet meer in alle ge vallen op aanvragen om uitkering, binnen de wettelijke ter mijn van één maand wordt besloten. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is het (nog steeds) toenemend aantal mensen dat een beroep op uitkeringen moet doen. Binnen de organisatie van de G.S.D. wordt getracht door wijziging en bijstelling van procedures, de mogelijk heden tot versnelling van de afhandeling van aanvragen opti maal te benutten. Daarnaast wordt op verzoek van ons college, door de directie van de G.S.D. gewerkt aan een rapport waarin onder andere de werkdruk wordt gerelateerd aan de personele bezetting van die dienst. Dit rapport zal begin 1983 aan ons college worden aangeboden. Aan de hand van de gegevens die dat rapport oplevert zal ons college zich nader moeten beraden of en in welke mate tot uitbreiding van het personeel kan/moet worden overgegaan. Ad 11 Ons college is ervan op de hoogte dat, gezien het grote aan tal dagelijks te verwerken aanvragen om uitkering, bij de afhandeling daarvan prioriteiten worden gesteld op basis van omstandigheden en mogelijkheden van de individuele cliënt. Daarbij heeft de afhandeling van aanvragen van met name thuis-inwonende jongeren, geen eerste prioriteit gekregen. Echter er is geen sprake van achterstelling van een groep cliënten van een bepaalde leeftijdscategorie. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 264