bijl. nr. 58 Wij hebben ons daarbij op het standpunt gesteld, dat hiervoor een primaire verantwoordelijkheid bij het provinciaal bes'tuur berust, omdat de Wet op de bejaardenoorden mede betrekking heeft op de brandveiligheid in bejaardenoorden. Uit niets blijkt, dat onder de in deze wet neergelegde verplichting om regels te stellen ten aanzien van de veiligheid voor be jaarden, niet de brandveiligheid zou zijn begrepen. Het gemeentebestuur heeft hiervoor medeverantwoordelijkheid voor zover er brandveiligheidsvoorschriften kunnen worden gesteld op grond van gemeentelijke regelingen. Ten aanzien van bejaardenoorden gelden in deze gemeente geen specifieke brandveiligheidsvoorschriften. Gedeputeerde staten hebben deze conclusie niet kunnen delen en zijn van oordeel, dat het gemeentebestuur in eerste in stantie heeft te bepalen welke eisen in het kader van de brandveiligheid in redelijkheid met betrekking tot bejaarden oorden zijn te stellen. Dit vraagstuk zal overigens definitief de wereld uit zijn, zodra de in verband hiermede voorgenomen wijziging van de Wet op de bejaardenoorden van kracht zal worden. Met betrekking tot de controle en het toezicht zijn de volgende afspraken gemaakt. Van gemeentewege zal controle worden uitgeoefend op de na leving van brandveiligheidseisen. Voor zover deze liggen binnen de kring van de gemeentelijke bevoegdheden zullen deze zo nodig worden voorgeschreven, het treffen van overige voorzieningen zal worden aanbevolen. Daarbij zullen gedepu teerde staten over een en ander worden geïnformeerd. Een verdergaand toezicht zal worden uitgeoefend als het provin ciaal bestuur daarom incidenteel verzoekt. Ad 2 Het is ons niet bekend in hoeverre door of vanwege het pro vinciaal bestuur toezicht is uitgeoefend op de brandveilig heidssituatie van in de gemeente gevestigde bejaardenoorden. -21-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 274