bijl. nr. 83 Nadat gebleken was, dat binnen 14 dagen na 4 februari 1982 de werkzaamheden nog niet waren uitgevoerd, heeft de directeur van de dienst openbare werken bij schrijven van 13 april 1982 aan de inspecteur van de volkshuisvesting in deze advies gevraagd. Deze heeft hierop niet schriftelijk gereageerd, doch enige tijd later mondeling verzocht om alsnog door middel van een aan schrijving te trachten de eigenaresse te bewegen de benodigde voorzieningen te treffen, omdat in dezelfde rij nogal wat wo ningen zijn verbeterd. Op 13 december 1982 is dan ook de exploitatie maatschappij Taraxum Vulgaria B.V. aangeschreven tot het treffen van voor zieningen aan het pand Ploegstraat 29. waarbij de keuze is gelaten tot het treffen van de voorzieningen of het doen staken van de bewoning. Op 12 januari 1983 heeft de heer J.H. Debeij namens Taraxum Vulgaria B.V. Breda, tegen voormelde aanschrijving beroep aan getekend bij ons college. Hoewel dit formeel niet juist is (be roep tegen een aanschrijving op basis van de Woningwet dient n.l. ingesteld te worden bij de geneenteraadis het een daad van behoorlijk bestuur, indien Uw raad de heer Debeij toch ont vankelijk verklaart in zijn bezwaren en een beslissing neemt op het beroepschrift, mede gelet op het feit dat beroepschrift is ingediend binnen de in de aanschrijving genoemde beroepstermijn van 30 dagen. Met betrekking tot het beroepschrift van de heer Debeij het na volgend De heer Debeij baseert zijn beroeDSChrift op de omstandigheid dat in de aanschrijving noodzakelijke verbeteringen worden op gedragen, die zijns inziens buiten de werkingssfeer liggen van de gemeente en derhalve in strijd is met de grondbeginselen van het recht. Dit is naar onze mening onjuist. In de aanschrijving wordt gesteld, dat de woning verbeterd kan worden door het treffen van voorzieningen. Indien deze voor zieningen niet worden getroffen, is de woning niet voor bewo ning meer geschikt. Daarom wordt aan de aangeschrevene de keuze gelaten om enerzijds voorzieningen te treffen en anderzijds de bewoning te doen staken. Het gebruik van de woorden "treffen van voorzieningen" waaraan in de aanschrijving is toegevoegd "ter opheffing van geconstateerde gebreken", is in overeen stemming met de bedoelingen en het woordgebruik in de Woning wet en ligt derhalve binnen de bevoegdheid van de gemeente en is dan ook niet in strijd met enig grondbeginsel van ons recht Wij stellen U dan ook voor om overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten tot ongegrondverklaring van de bezwaren van de heer J.H. Debeij Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de bouw verordening is de heer J.H. Debeij in de commissie Wonen ge hoord - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 355