aan de raad der
gemeente Breda
14-12-1982 Voorstel tot benoeming van een
gemeentesecretaris en mede
deling over aanwijzing van een
tweede en derde loco-secretaris
1Reeds meermalen heeft ons college Uw raad deelgenoot gemaakt
van onze bezorgdheid over de ontwikkelingen in de bestuur
lijk-ambtelijke organisatie van onze gemeente.
Wij hebben daarin uiteengezet dat in onze gemeente - evenals
in alle andere grote gemeenten in ons land - de snelle en
weinig gestuurde groei van het ambtelijk apparaat mede aan
leiding heeft gegeven tot het ontstaan van een grote proble
matiek
Deze kan kort samengevat worden gekarakteriseerd als het ver
schijnsel van de verminderde bestuurs- en beheersbaarheid
van de organisatie, gepaard gaande met een geringere effecti
viteit en efficiency ervan.
Met name hebben die ontwikkelingen, zowel hier als elders,
de eenheid en integratie van het gemeentelijk bestuur onder
spanning gezet, alsmede geleid tot een in omvang gegroeid
coördinatievraagstuk.
Uiteraard hebben wij deze ontwikkelingen niet passief over
ons laten komen. Ook wij en onze voorgangers hebben gepro
beerd aan een en ander paal en perk te stellen. Daarin zijn
zij en wij maar ten dele geslaagd.
Wij lieten U daarvan een exposé geven in de informatieve ver
gadering van Uw raad op 20 januari 1983 - De laatste jaren is
het keren van ongewenste ontwikkelingen in de bestuurlijk-
ambtelijke organisatorische sector met Uw instemming
geïntensiveerd. Wij wijzen Uw raad onder andere op de
reorganisatieplannen bij de dienst openbare werken en
de stappen, die in de richting van een "nieuwe" gemeente
secretarie zijn gezet.
In het niet lang geleden tot stand gekomen programakkoord
voor de jaren 1982-1986 is opgenomen dat bij Uw raad
ook wensen leven ten aanzien van de verbetering van de be
stuurlijk-ambtelijke organisatie
Met name door de vorming van de portefeuille Middelen en
Milieu zijn aanzetten gegeven voor een betere sturing op dat
terrein. Door het gehele program verspreid staan overigens
voornemens, zowel op het gebied van het bestuurlijk als op
dat van het ambtelijk functioneren, die kunnen worden samen
gevat door een herhaling van de laatste zin van de
inleiding: "Organisatieprocessen binnen het gemeentelijk
Bijlage nr. 105