bij bijl.nr. 9 2. De tegemoetkoming wordt vastgesteld naar het werkelijk per school (waarover de activiteiten van de instelling zich uit strekken) aan het godsdienstonderwijs besteed aantal klok uren, met dien verstande dat het maximaal voor de bepaling van de tegemoetkoming in aanmerking komend aantal jaar lijkse klokuren gelijk is aan het aantal aan de school ver bonden onderwijzers, voor de periode tot 1—8—1983 vermenig vuldigd met 6; voor de periode van 1-8-1983 tot 1—8—1984 vermenigvuldigd met 4 1/2 en voor de periode vanaf 1—8—1984 vermenigvuldigd met 3 voor de scholen voor gewoon lager onderwijs en de scholen of afdelingen voor elementair buiten gewoon onderwijs en de scholen of afdelingen voor voortgezet buitengewoon onderwijs. 3. De tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijk ge maakte kosten. 4. In bijzondere gevallen kan van het bepaalde in het derde lid worden afgeweken. Artikel 3 1Het godsdienstonderwijs vindt plaats binnen de schooltijden in het gebouw van de school en wordt gegeven aan leerlingen, wier ouders, voogden of verzorgers aan het bevoegd gezag schriftelijk daarom hebben verzocht. Indien en voor zoveel de verplichting tot het volgen van godsdienstonderwijs een bindende voorwaarde is voor de toelating tot de school, kan een verzoek, als bedoeld in de vorige volzin achterwege blijven 2. Het vorige lid vindt geen toepassing ten aanzien van de uren, welke aan de teamcoaching zullen worden besteed. Artikel 4 1. De leraar dient in het bezit te zijn van: a. een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op verklaringen omtrent het gedrag; b. een geneeskundige verklaring, dat hij geen ziekte of gebreken heeft, welke hem voor de uitoefening van zijn functie ongeschikt maken; c. een verklaring, als bedoeld in artikel 3 van de Wet be scherming leerlingen tegen besmettingsgevaar. 2. Hij dient zich te gedragen naar de aanwijzingen, welke hem door het hoofd van de desbetreffende school worden gegeven en hij is verplicht aan het bevoegd gezag en het school hoofd de ter zake van het godsdienstonderwijs verlangde in lichtingen te verstrekken. Artikel 5 1Jaarlijks vóór 1 april zendt het bestuur van de instel ling zijn aanvrage tot toekenning van de tegemoetkoming over het afgelopen kalenderjaar in bij burgemeester en wethouders - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 43