aan de raad der gemeente Breda t l Bijlage nr. 126 St/6/8301677 1-3-1983 Voorstel van burgemeester en wet houders tot het uitvoeren van een buitengewoon onderhoudsplan met enkele verbeteringen aan het complex 45 woningen aan de Mr. Stormstraat, alsmede tot het aan vragen en aanvaarden van steun uit 's rijkskas daarvoor. 0 t Op 22 juni 1978 heeft de toenmalige gemeenteraad besloten een krediet van f 30.000,beschikbaar te stellen voor het besteks gereedmaken van een renovatie- c.q. buitengewoon onderhoudsplan ten behoeve van het complex 45 woningen aan de Mr. Stormstraat. Dit complex bestaat uit 33 eengezinswoningen en 12 etagewonin gen. Het in overleg met de bewoners opgestelde plan* is op 24 september 1982 ingediend bij de hoofdingenieur-directeur tevens inspecteur van de volkshuisvesting te s-Hertogenbosch met het verzoek te willen bevorderen dat hiervoor de gebruikelijke financiële steun wordt toegekend. Bij schrijven d.d. 29 oktober 1982 nr. 1029737* heeft genoemde functionaris toestemming verleend tot uitvoering en de voorlopig goedgekeurde kosten bepaald op f 1.307.14.2, Hierop is in mindering gebracht 1 x de jaarlijkse onderhoudsnorm per woning, in totaal f 23.850,zodat het totale investerings bedrag op f 1.283.292,uitkomt. Hierin is f 107.721,-- begrepen voor in het plan opgenomen ver beteringen welke bestaan uit betegeling en ontluchting van douches en uitbreiding van elektrische installaties. De hier voor in rekening te brengen huurverhoging is berekend op ge middeld f 19,50 per woning per maand. In aansluiting daarop heeft de staatssecretaris van volkshuis vesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer bij brief van 31 december 1982 kenmerk 1252021* de aan de gemeente toe te kennen lening ter financiering van het goedgekeurde investerings bedrag dienovereenkomstig vastgesteld. De rente hiervan be draagt 10 1/4% en de aflossingstermijn is bepaald op 25 jaar. Ook is daarin een jaarlijkse bijdrage in het exploitatietekort in het vooruitzicht gesteld. Op dit laatste dienen allereerst de baten van voormelde huurverhoging in mindering te worden gebracht en vervolgens wordt ervan uitgegaan, dat eventueel wegens de gebrekkige onderhoudstoestand van de woningen achter wege gebleven jaarlijkse huurverhogingen na opheffing van de gebreken, alsnog bij de bewoners in rekening worden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 507