aan de raad der
gemeente Breda
c 41
Bijlage nr. 160
St/2/8303567
7-4-1983
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot verdaging van de
beslissing tot vaststelling van
het ontwerp-bestemmingsplan Emer-
Hintelaken.
•i 4»
De voorbereiding van het ontwerp-bestemmingsplan Emer-Hintela-
ken heeft als gevolg van de omvang van dit plangebied en de in
vloed van de ontwikkelingen rond het Enka-terrein veel tijd in
beslag genomen.
Doordat de Wet geluidshinder gedurende de voorbereiding van het
plan gefaseerd in werking is getreden, is het plan niet - al
thans in onvoldoende mate - op de eisen die in deze wet zijn ge
steld afgestemd.
Vaststelling van het plan door Uw raad zonder dat dit is aange
past aan de bepalingen van de Wet geluidshinder, leidt vrijwel
zeker tot formele onthouding van goedkeuring van het plan door
gedeputeerde staten. Om dit te voorkomen moet het plan aange
past worden vastgesteld. Dit is echter 'eerst mogelijk als alle
consequenties van de Wet geluidshinder op het plan bekend zijn.
Op grond van de Wet geluidshinder moeten onder andere bij het
vaststellen van bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen (ge
luid-) zonegrenzen worden bepaald indien er sprake is van zoge
naamde categorie A inrichtingen als bedoeld in artikel 16 van
de Wet geluidshinder. Dit is in het ontwerp-bestemmingsplan
Emer-Hintelaken het geval. Ook moet rekening worden gehouden
met de bestaande bedrijven welke vallen in de evengenoemde cate
gorie A.
De vaststelling van deze zonegrenzen moet door Uw raad geschie
den, of, indien er sprake is van (gemeente-)grensoverschrij-
dende zonegrenzen, door het college van gedeputeerde staten. De
consequenties van deze besluiten, met name exploitatieve ter
zake van het nemen van maatregelen, moeten worden vertaald in
het bestemmingsplan, dat vastgesteld gaat worden.
In 1981 is aan T.N.O. opdracht gegeven om geluidmetingen te ver
richten bij de C.S.M. In september 1982 is deze opdracht uitge
breid tot alle geluidhinderlijke bedrijven op de bedrijventer
reinen in Breda-Noord.