aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 167
IZ/- Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 20-1-1983)
De heer Crul
Twee directeuren van gemeentelijke diensten hebben de gemeente
op een bij zondere wij ze verlaten
1. Hoeveel gemeenschapsgeld van de gemeente hebben de "festivi
teiten" rond het ontslag gekost?
2. Op welke wijze is de besluitvorming rond de bedoelde uitgaven
tot stand gekomen?
3. Welke regeling hanteert het college en de gemeente voor recep
ties en dergelijke bij afscheid en ontslag van topambtenaren
en bestuursleden van de gemeente, mede in het licht van de hui
dige bezuinigingen?
ANTWOORD
Het is tot nu toe te doen gebruikelijk binnen onze gemeente, dat
vertrekkende en- jubilerende ambtenaren enigermate de vrije keus
hebben over de wijze, waarop daaraan publiekelijk aandacht wordt
geschonken. Besluitvorming in dit soort aangelegenheden komt tot
stand in overleg tussen in dit geval de afscheidnemende hoofden
van dienst, de dienst en het betrokken collegelid.
Het afscheid van de heer Van der Stegen heeft naar schatting
3.700,gekost; het afscheid van de heer Van Kampen 2.000,
(exclusief eigen personeelskosten van de betrokken dienst); het
afscheid van de heer Christiaansen 12.600,De hoogte van het
laatste bedrag is verklaarbaar uit het feit, dat het afscheid in
Het Turfschip heeft plaatsgevonden.
Naar aanleiding van de laatstgenoemde gebeurtenis heeft het col
lege van burgemeester en wethouders opdracht gegeven voor de toe
komst nadere richtlijnen op te stellen. Er wordt daarbij van uit
gegaan, dat deze aangelegenheden in de toekomst op een sobere wij
dienen te geschieden.