bijl.nr. 167
2. Wilt U en kunt U in de evaluatie ook aandacht besteden
aan de relatie over en weer van de raad met:
1. burgerij en consument;
2. het ambtelijk apparaat;
3. de adviescommissie uit de raad.
3. Op welke manier en op grond van welke argumenten zijn
in het verleden en op dit moment de volgende zaken ge
regeld:
1. de vergoedingen aan de individuele leden en/of aan in
stanties
2. de vergaderfrequentie.
ANTWOORD
Ad 1.
In onze vergadering van 8 maart jl. is besloten dat de
A.C.V. ook in 1983 zal blijven bestaan, zoals dit ook reeds
in het programma-akkoord 1982-1986 is vastgelegd.
Wij hebben ter informatie hierover een voorstel aan de raad
vastgesteld, dat is geagendeerd voor de op 30 maart 1983
te houden vergadering van de commissie Middelen en Milieu.
In de daarbij ter inzage gelegde college-omslag met onze
beslissingen van 8 maart 1983 en in de daarin inliggende
stukken wordt nader ingegaan op verschillende aspecten met
betrekking tot de A.C.V. in 1982.
Door de A.C.V. zelf is een overzicht opgesteld van de in
1982 verrichte werkzaamheden, dat tevens ter inzage is ge
legd.
Wij hebben ten behoeve van het functioneren in 1982 een reg
lement vastgesteld.
Door de A.C.V. is in 1982 een omvangrijker werkprogramma
uitgevoerd dan wij oorspronkelijk hebben voorzien.
Een van de zaken die hierbij naar voren kan worden gehaald
is de besluitvorming rond de uitbreiding van het stadverwar-
mingsproject in de richting IJpelaar. Het ter gelegenheid
hiervan door de A.C.V. opgestelde rapport is door deze aan
de vaste kamercommissie voor economische zaken aangeboden.
Mede hierdoor is ook op landelijk niveau door de A.C.V. de
financiële haalbaarheid van stadsverwarming aangekaart.