aan de raad der
gemeente Breda
Enwa/821421 O
14-4-1983
Bijlage nr. 197
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het vaststellen van
overgangstarieven voor de stads
verwarming voor woningen die
voorheen op de wijkverwarming
waren aangesloten.
Door Uw raad is in haar vergadering van 16 september jl.
besloten tot het toepassen van zogenaamde overgangstarieven
voor de stadsverwarming.
Deze tarieven zijn bedoeld voor het in rekening brengen van de
brandstofkosten over het stookseizoen 1 juli 1982/30 juni 1983
aan die bewoners die voorheen op de wijkverwarming waren aange
sloten en waar nog geen Giga-joulemeting en nog geen regelset
zijn aangebracht.
De adviesraad ad hoe voor collectieve verwarmingszaken heeft op
4 agustus 1982 met haar brief 011/HS/BBP advies uitgebracht
omtrent deze tarieven*, welk advies wij integraal hebben over
genomen.
Genoemd advies houdt in, dat aan de betreffende woningen over
de periode 1 juli 1982 tot het moment van aanbrengen van de
meet- en regelset voor iedere graaddag (iedere graad van de
gemiddelde etmaaltemperatuur beneden de 18 graden Celcius
levert 1 graad-dag op) 0,045 m3 gas in rekening wordt gebracht
voor iedere kW/th aansluitwaarde
Dit "verbruik" is gebaseerd op gemeten verbruik in een aantal
laagbouwwoningen die op gas zijn aangesloten.
Het aardgastarief voor 1982 was 46,95 ct/m3, terwijl het tarief
voor 1983 49,65 ct/m3 is (exclusief b.t.w.).
Indien de woningen zijn voorzien van verdampingsmeters zal per
complex het totaalbedrag aan te verdelen brandstofkosten worden
bepaald met behulp van genoemd overgangstarief.
De verdere verdeling per woning zal geschieden op basis van de
geregistreerde eenheden van de aanwezige kostenverdeelmeters
(verdampingsmeters)
De financiële gevolgen van het toepassen van deze berekenings
wijze voor het enwa worden voor Breda-Noord op f 163.000,
geschat