Bijlage nr. 202
Reeds in de voorbereidingsfase heeft ATD-Nederland te Den Haag
een bezwaar bij ons college ingediend tegen ons, toen nog, voor
nemen om Uw raad voor te stellen, op grond van de resultaten
van de experimentele periode van 2 jaar, de ATD-activiteiten
niet subsidiabel te stellen voor 1983-
Het ATD is toen door de commissies Welzijn I en II gehoord op
21 december 1982.
In een uitgebreide beantwoording van de ingediende bezwaren
hebben wij onze motieven en overwegingen daartoe toegelicht.
Wij verwijzen in deze naar onze "reactie op bezwaarschriften"
de dato december 1982, die in Uw bezit is.
De kern van onze overwegingen, die op 12 januari 1983 door ons
nog eens zijn toegelicht in de gezamenlijke vergadering van de
commissies Welzijn I en Welzijn II, is dat met het ATD was over
eengekomen om binnen twee jaar te komen tot een aan andere
instellingen overdraagbare methode van werken opdat de
doelgroep ook net als andere Bredase burgers, gebruik kan maken
van andere voorzieningen; doch dat het ATD niet in voldoende
mate deze doelstelling heeft nagestreefd. Integendeel, het ATD
heeft het eigen functioneren verder willen uitbreiden.
Wij hechten er overigens aan U te informeren dat wij het over
grote deel van de voormalige ATD-activiteiten, met inzet van
gemeentelijke middelen, structureel hebben omgezet in een club-
en buurthuisproject in Heuvel Zuid-West, dat alleszins aan de
verwachtingen voldoet.
De motieven welke geleid hebben tot ons voorstel aan de raad in
het kader van het sociaal-cultureel en emancipatieprogramma
1983 zijn naar ons oordeel inhoudelijk zeer wel afgewogen, waar
bij aan het belang van de doelgroep ook altijd groot belang is
gehecht; èn procedureel is een en ander op open en verantwoorde
wijze verlopen.
Wat dit laatste betreft, is al in een vroegtijdig stadium ambte
lijke èn bestuurlijk het ATD-Nederland geïnformeerd over zorg
met betrekking tot het verloop van het experiment en in het
licht daarvan over mogelijke consequenties hiervan voor het
beleid 1983, mede gelet op de komende bezuinigingen.
De nu door ATD-Nederland aangevoerde argumenten bieden naar ons
oordeel geen nieuwe inhoudelijke elementen, welke tot heroverwe
ging van het beleid aanleiding geven.
Het bezwaarschrift beperkt zich tot een beschrijving van de
voorgeschiedenis van het ATD-project (gesubsidieerd tot en met
31 december 1980 door het - toenmalige - ministerie van C.R.M.
en de E.E.G. en vanaf 1 januari 1981 grotendeels structureel ge
subsidieerd door de gemeente Breda in de vorm van een club- en
buurthuisproject en deels tijdelijk gesubsidieerd door de
gemeente t.b.v. een tweejarig experiment) en het verloop van
(informatie over) de besluitvorming met betrekking tot het ex
perimentele deel.