aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 203 SD/5/8212038 Voorstel van burgemeester en wet 25-11-1982 houders tot subsidiëring van de stichting buurt- en wijkopbouw- werk te Breda voor 1979 tot en met 1982. De subsidiëring van de stichting buurt- en wijkopbouwwerk geschiedde - zowel door rijk als gemeente - tot en met 1978 voor het grootste deel conform de rijkssubsidieregeling samen- levingsopbouwde hoofdstukken Wijkopbouw en Buurtwerk. Dit subsidie bedraagt in principe per subsidieverlener: - 5055 van de subsidiabele personeelskosten en kosten van des- kundigen; - 2555 van de apparaatskosten Wijkopbouw (gemaximaliseerde af koopsom) - afkoopsom voor activiteiten, organisatie- en huisvestings kosten ten aanzien van het buurtwerk. Daarnaast worden via de stichting b.w.o.b. tevens de wijkop- bouworganen gesubsidieerd. Het gemeentelijk subsidie ten behoeve van deze wijkopbouw- organen komt in het kort op het volgende neer: - 100% in de personeelskosten van het secretariaat; - 100% in de organisatiekosten met een maximum per 1.000 in woners; - 50% of 100% in de kosten van activiteiten met een maximum per 1000 inwoners Met ingang van 1 januari 1979 is ten aanzien van de samen levingsopbouw de rijksbijdrageregeling sociaal culturele acti viteiten van kracht geworden. Praktisch gesproken betekent dit dat het voormalige rijkssubsi die ter zake door het rijk vanaf 1 januari 1979 in de vorm van een rijksbijdrage aan de gemeente wordt betaald (jaarlijks aan gepast Met ingang van 1 januari 1982 is van toepassing de tijdelijke subsidieverordening sociaal cultureel werk Breda, waarmee een tijdelijke formele oplossing voor de subsidiëring van de samen levingsopbouw is geworden. Echter nog niet ten aanzien van de subsidiemethodiek. Overleg hierover zal nog in 1982 gaan plaatsvinden en concrete voorstel len zullen Uw raad separaat worden voorgelegd. Voor de jaren 1979 tot en met 1981 dient een interimregeling ten aanzien van de subsidiëring gevonden te worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 844