bijlage nr. 205 onder 4.) in totaal 920 gesubsidieerde woningen (573 woningwet woningen, waarvan 264 HAT, 246 premiehuurwoningen, 66 premie- koop A-woningen en 35 premiekoop B-woningen; ter informatie diene nog, dat inmiddels de benaming van de laatste twee cate gorieën is gewijzigd in resp. premiekoop plus-.en premiekoop woningen). Bij herhaling hebben wij getracht, een vergroting van dat contingent te verkrijgen (aanspraken op een deel van een mogelijk additioneel premiekoop-programma, op een deel van het landelijke additionele premiehuur-programma dan wel aanspraken bij de generale herverdeling in oktober 1982). Deze pogingen hebben geleid tot per saldo 9 woningen meer, een in het kader van contingent, programma en taakstelling te verwaarlozen aan tal. Een en ander komt erop neer, dat gewerkt moet worden met een contingent, dat een hondertal woningen achterblijft bij het in de Hota Volkshuisvesting voorziene aantal gesubsidieerde woningen (onderdeel bredase behoefte); neemt men het totale programma in aanmerking, dat loopt het verschil op tot een 300 woningen. G-ezien onze stèllingname terzake (augustus-notitie onder 4.) behoeven wij naar onze mening niet opnieuw op de gevolgen voor programma en taakstelling in te gaan. Het een woningbouw productie van ongeveer 950 woningen (geraamd was een productie van plm. 1150 woningen, doch nu verminderd met de nog in 1982 opgeleverde 200, zie hiervoor onder f.) blijft weliswaar een overschot bestaan ten opzichte van de geraamde bouw voor de bredase behoefte, doch mede gelet op de tendens tot afname van de beschikbaar komende contingenten (zie hierna onder 5.) zijn. de vooruitzichten niet hoopvol. Een kritiek punt zien wij overigens nu naderen ten aanzien van de geplande nog te bouwen woningwetwoningen. Door de grote aantallen gehonoreerde woning- wetwooneenheden vindt een versnelde invulling plaats van de behoefte aan deze üenheden, doch dit gaat -door de gehanteerde systematiek- ten koste van de aantallen woningen in de woning wetsector. Het lijkt ons alleszins juist dat met name bij de indiening van de gegevens voor de contingentering 1984 (in september 1983) aan dit facet ruime aandacht wordt besteed om te komen tot een groter aandeel van de woningwetwoningen in het totale contingent. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 856