aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 22
St/3/S210055 Voorstel van burgemeester en wet
7-12-1982 houders tot ongegrondverklaring
van het beroep van P. van de
Riet tegen de weigering van een
bouwvergunning
Bij ons besluit van 22 juni 1982* is aan P. van de Riet,
Rijsbergseweg 286, 4838 EG Breda, een vergunning geweigerd voor
het bouwen van een woning op perceel Rijsbergseweg 240. Op 23
juli 1982 is dit besluit aan de heer Van de Riet toegezonden.
Tegen dit besluit heeft de heer Van de Riet bij brief van 17
augustus 1982*, ingekomen 20 augustus 1982, binnen de beroeps
termijn bij Uw raad voorziening gevraagd, zodat de heer Van de
Riet in zijn beroep ontvankelijk dient te worden verklaard.
Deze weigering is gebaseerd op strijd met het bestemmingsplan
Landelijk Gebied 1973 en artikel 34 van de gemeentelijke bouw
verordening
In het beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren
gebracht
- de geconstateerde strijdigheid met het bestemmingsplan be
staat niet;
- de afstand tussen de huidige woning en het perceel waar inten
sieve aardbeienteelt uitgeoefend wordt is te groot voor een
verantwoorde exploitatie;
- direct toezicht is steeds nodig wanneer zich storingen voor
doen in de apparatuur;
- het niet ter plaatse kunnen wonen stuit op ernstige bezwaren;
- appellant voelt zich gesteund door de opvatting van de advies
commissie agrarische bouwaanvragen te Tilburg;
- het weigeren van de vergunning is niet in overeenstemming met
het uitgangspunt, dat een grote flexibiliteit dient te worden
nagestreefd in de mogelijkheden voor het tot stand brengen
van agrarische bebouwing ten behoeve van het stichten van
nieuwe bedrijven;
- een behoorlijke exploitatie van dit bedrijf is niet mogelijk
zonder woning op het perceel;
- wat het welstandsaspect betreft is de hoofdvorm in principe
akkoord bevonden door de welstandscommissie. Gebruikelijk is
dat daarna overeenstemming wordt bereikt. Aan de eisen van
welstand zal voldaan worden, zodat deze weigeringsgrond
vervalt
- ook zal aan de andere bepalingen van de bouwverordening,
waaraan geen toetsing heeft plaatsgevonden voldaan kunnen
worden;