aan de raad der
gemeente Breda
I
St/8301556
19-4-1983
Agendanr. 10
Bijlagenr. 221
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot aanwijzing van de ge
bieden als bedoeld in artikel 3
lid 1 van de wet van 26 maart
1981, houdende regeling van het
agrarisch grondverkeer
In het Staatsblad 1981 nr. 248 is de "Wet agrarisch grondver
keer" gepubliceerd. De inwerkingtreding zal op een later tijd
stip plaatsvinden.
Het doel van deze wet is om door middel van toetsing bij ver
vreemding van zowel landbouwgronden als natuurterreinen een
evenwichtige prijsontwikkeling van deze gronden te bevorderen
door beperking van het aantal gegadigden.
Voorts kent de wet de mogelijkheid tot het instellen van een
voorkeursrecht ten behoeve van het bureau beheer landbouwgron
den
Om deze doelstelling te bereiken worden overeenkomsten tot ver
vreemding onderworpen aan de goedkeuring van de grondkamer.
De betrokkenheid van de gemeenteraad is in artikel 3 van deze
wet geregeld.
In principe dient voor iedere transactie goedkeuring van de
grondkamer te worden gevraagd. Aangezien dit het onroerend
goed verkeer in hoge mate zou stagneren dienen de gebieden
waarop de wet geen betrekking heeft uitgezonderd te worden.
Het ligt voor de hand dit te laten geschieden door de plaat
selijke overheid; dit besluit behoeft goedkeuring door de
Kroon
Het ontwerp-raadsbesluit dient 30 dagen ter visie te worden
gelegd (is geschied). Tot 14 dagen na de termijn van tervisie-
legging is beroep bij Uw raad mogelijk.
Voorts dient het kadaster een exemplaar van het besluit te ont
vangen
Het criterium voor aanwijzing van de gebieden die niet onder de
werking van de Wet agrarisch grondverkeer dienen te vallen is
dat deze gebieden duurzaam voor andere dan landbouwkundige doel
einden wordt gebruikt dan wel onroerend goed, dat niet als
natuurterrein kan worden aangemerkt.