aan de raad der
gemeente Breda
St/3/8204309
17-2-1983
Agendanr. 16
Bijlagenr. 227
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot ongegrondverkla-
ring van het beroep van B.P.C.
Geerts tegen de weigering van
een bouwvergunning op perceel
Agaatstraat 69
Bij ons besluit van 8 december 1981* is aan B.P.C. Geerts een
vergunning voor het maken van een carport en het overdekken van
de binnenplaats op perceel Agaatstraat 69 geweigerd. Op 7 janu
ari 1982 is dit besluit aan de heer Geerts toegezonden.
Tegen dit besluit heeft de heer Geerts bij brief van 28 januari
1982* binnen de beroepstermijn bij Uw raad voorziening ge
vraagd, zodat de heer Geerts in zijn beroep ontvankelijk dient
te worden verklaard.
De weigering is gebaseerd op strijd met het bestemmingsplan
"Brabantpark B 1960" en de artikelen 15, 40 en 49 van de bouw
verordening 1978.
In het beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren
gebracht
- behalve onderdak en bescherming voor de auto bij slecht weer,
biedt de c.arport tevens meer ruimte dan de garage voor het
plegen van onderhoud aan de auto;
- de garage is op deze manier vrij als hobbyruimte;
- het stallen van de auto bij nat weer veroorzaakt vochtigheid,
waardoor de hobby niet kan worden uitgeoefend;
- het overdekken van de binnenplaats heeft gelijktijdig plaats
gevonden met de verbouwing van de woning, waarvoor op 6 novem-
u ber 1979 een vergunning is verleend. Op 26 september 1980 is
een voltooiingsverklaring afgegeven, bevestigend dat de ver
bouwing overeenkomstig de vergunning heeft plaatsgevonden.
Het is dan ook vreemd na ca. 2 jaar te worden geatten
deerd op de overkapping, waarvoor alsnog vergunning wordt ge
weigerd
Aanvankelijk is bij de aanvang van de verbouwing het over
dekken van het binnenplaatsje niet aan de orde geweest.
Tijdens de verbouwing heeft de overdekking plaatsgevonden ten
behoeve van een doucheruimte, toilet en uitbreiding van de
keuken, welke gezien worden als noodzakelijke voorzieningen.