bijlagenr. 227
Voor het perceel Agaatstraat 69 geldt het bestemmingsplan "Bra
bantpark B 1960" en het perceel heeft daarin de bestemming
"bouwklasse E II" en "eigen tuinen".
Volgens de bij dit bestemmingsplan behorende voorschriften is
de bouw van een bergplaats en/of garage toegestaan tot een maxi
male oppervlakte van respectievelijk 15 en 20 m2Deze moeten
dan wel één bouwlichaam vormen met de woning.
Verder kan ons college ten behoeve van woondoeleinden vrijstel
ling verlenen voor een aanbouw aan de woning mits de totale
panddiepte van de woning niet méér bedraagt dan 11 m. Er dient
dan met de op de plankaart aangegeven voorgevelrooilijn en de
bepalingen betreffende het overschrijden van de voorgevelrooi
lijn van de gemeentelijke bouwverordening rekening te worden
gehouden
De reeds gebouwde carport staat vóór de voorgevelrooi
lijn, hetgeen zowel met het bestemmingsplan als met artikel 40
van de bouwverordening in strijd is.
De overdekking van het erf is eveneens in strijd met genoemd be
stemmingsplan en artikel 49 van de bouwverordening.
Voor de inhoud van de artikelen 40 en 49 van de bouwverordening
moge verwezen worden naar de copieën* van de betreffende arti
kelen, welke voor U ter visie liggen.
Wat de bezwaren van de heer Geerts betreft kan het volgende
worden opgemerkt.
Op 6 november 1979 is een bouwvergunning aan de heer Geerts ver
leend voor het uitbreiden van de woning op eerder genoemd per
ceel tot een diepte van 9,5 m.
Voor het overkappen van het resterende gedeelte is geen bouwver
gunning verleend en is, zoals hierboven reeds vermeld, in
strijd met het bestemmingsplan en de bouwverordening.
Ten tijde van het controleren van de woning in verband met het
afgeven van de voltooiingsverklaring was de overkapping nog
niet aangebracht. Hetgeen door de heer Geerts in zijn bezwaar
schrift dienaangaande wordt gesteld is dan ook niet juist.
De voltooiingsverklaring is afgegeven voor het uitbreiden van
de woning, zoals aangegeven op de tekening, welke behoort bij
de bouwvergunning d.d. 6 november 1979.
Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening, dat de gevraagde
vergunning voor het maken van een carport en het overdekken van
de binnenplaats op perceel Agaatstraat 69 terecht is
geweigerd
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de bouw
verordening 1978 is de heer B.P.C. Geerts in de commissieverga
dering in de gelegenheid gesteld gehoord te worden. Het proces
verbaal*, opgemaakt van deze hoorzitting, ligt voor U ter
visie
Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te beslui
ten tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de weigering
van de bouwvergunning.
- 2 -