aan de raad der gemeente Breda K/8216617 8-3-1983 Agendanr. 21 Bijlagenr. 232 Voorstel van burgemeester en wet houders tot het beschikbaar stel len van gelden ten behoeve van het verlengen van het archeolo gisch onderzoek in Breda met twee jaar. Sinds 1 augustus 1981 wordt door de dienst openbare werken onder leiding van een wetenschappelijk gevormd archeoloog archeologisch onderzoek verricht in de binnenstad van Breda. Dit gebeurt in samenwerking met de archiefdienst, de afdeling cultuur ter secretarie, de rijksdienst voor oudheidkundig bodem onderzoek, de amateur werkgroep archeologie Breda en vele vrij willigers De resultaten van deze onderzoeken alsmede de omstandigheid dat in de toekomst nog diverse plaatsen voor archeologisch onderzoek toegankelijk zullen worden hebben ertoe geleid dat van diverse zijden (rijksdienst oudheidkundig bodemonderzoek, de provinciale archeologische adviescommissie alsmede werkgroe pen uit de provincie en uit Breda) verzocht om deze stadskernon derzoeken voort te zetten. Dit voortgezette onderzoek zou zich dan voornamelijk moeten toe spitsen op noodonderzoek van terreinen, die van archeologische- historisch belang zijn en door graafwerkzaamheden worden bedreigd. Wij noemen hierbij als voorbeeld de navolgende gebieden Stemcomplex, Oude Vest, Beyerd/VlaszakLeuvenaarstraat/Middel laan, Sluissingel/Gasthuisvelden enz. Zoals Uw raad bekend is het tijdelijke dienstverband met de stadsarcheologe mevrouw Drs. J.R. Magendans per 1 december 1982 beëindigd Ons college is eveneens de mening toegedaan dat voortzetting van het onderzoek met twee jaar noodzakelijk is. De consequentie daarvan is dat voor die twee jaar wederom een beroepsarcheoloog zal dienen te worden aangetrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 959