aan de raad der gemeente Breda «non? Agendanr. 31 Bijlagenr. 242 BK/8/8304919 17-5-1983 Voorstel van burgemeester en wet houders tot verwerving van het fabriekscomplex Touw, van Voorst tot Voorststr'aat 2-4. Inleiding Zoals Uw raad bekend is, is de Ijzergieterij Touw opgevoerd op de lijst van te saneren bedrijven, dit in het kader van de interimregeling Sanering Milieuhinderlijke Bedrijven in de woon omgeving Gedurende jaren is met Touw onderhandeld over verplaatsing, dan wel sanering ter plekke. Uit verschillende rapporten is gebleken, dat de financiële positie van Touw van zodanige aard was, dat zowel een ver plaatsing van dit bedrijf dan wel zodanige saneringdat het bedrijf aan de eisen van de vergunning kon voldoen, niet moge lijk was. Door het ministerie van V.R.O.M. is d.d. 31 maart jl. een beschikking* afgegeven, waarbij maximaal f 617.000,wordt bij gedragen in de kosten van sanering van dit bedrijf door liqui datie zijnde 90$ van de totale kosten, te weten de kosten van verwerving en bouwrijp maken t.b.v. een milieuvriendelijke be stemming. Toepassing publiekrechtelijke dwangmiddelen Naar aanleiding van het in december 1981 door het bedrijf over gelegde ondernemingsplan dat sanering ter plekke uitsloot en verplaatsing op grond van het nogal van subsidies afhankelijke financieringsplan tot een zeer twijfelachtige zaak maakte, rees de vraag of het bestuurlijk gezien nog langer verantwoord was om sancties op grond van de Wet inzake de luchtverontreiniging en de Hinderwet achterwege te laten. Gelet op de toen bestaande onduidelijkheid over de haalbaarheid van een sanering van het bedrijf in het kader van genoemde interimregeling werd in februari 1982 besloten om tegelijk met deze procedure, de proce dure tot intrekking van de vergunning ingevolge de Wet inzake de luchtverontreiniging te starten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 991