bijlagenr. 242 Omdat gedeputeerde staten daartoe de bevoegdheid hadden betekende dit een advies aan hen tot intrekking van de vergun ning via artikel 35 van de Wet inzake de luchtverontreiniging, hetgeen op 17 februari 1982 werd ingediend. Naarmate de haalbaarheid van een sanering van het bedrijf duidelijker in beeld kwam, betrachtten gedeputeerde staten meer terughoudendheid in de behandeling van het verzoek tot intrek king van de vergunning, hetgeen ook begrijpelijk is. In de wetenschap dat de mogelijkheid tot het treffen van be stuurlijke sancties via beroep op de Kroon zou kunnen worden afgedwongen, hebben wij niet verder op behandeling van ons verzoek aangedrongen. Door de recente ontwikkelingen is de noodzaak tot intrekking van de vergunning komen te vervallen. Door de liquidatie van het bedrijf komen de betreffende vergunningen van rechtswege te vervallen. Wij zullen gedeputeerde staten dan ook vragen het betreffende verzoek buiten behandeling te stellen. De gevolgen van het faillissement van Touw Juist voordat Touw het faillissement aanvroeg was tussen Touw en ons college in principe overeenstemming bereikt over de verwerving van dit complex. De prijs hierbij was gebaseerd op een taxatierapport, opgemaakt in het kader van bovenvermelde regeling, dat van een verwer- vingsprijs uitging van f 425.000,--, te verminderen met de kosten van bodemonderzoek, die naar verwachting totaal rond de f 25.000,zouden gaan bedragen. Na de faillissementsaanvrage was een nieuwe situatie ontstaan. Het bedrijf was feitelijk geliquideerd, zodat ook aan de milieu hinderlijke activiteiten een einde was gekomen. Wij zijn van mening dat toch tot verwerving van dit complex dient te worden overgegaan en wel om de navolgende redenen: 1de bedoelde regeling niet alleen is bedoeld voor het staken van milieuhinderlijke activiteiten, maar ook voor een accep tabele alternatieve invulling van de vrijkomende locatie; 2. wij aanwijzingen hebben, dat een andere kandidaatkoper hierop milieuhinderlijke activiteiten zou gaan uitoefenen mogelijk met het risico dat deze gebruik zou kunnen maken van de voor de betreffende inrichting verleende vergunnin gen. Gelet op deze belangen zijn onderhandelingen met de curator gestart om te trachten het fabriekscomplex middels ondershandse aankoop te verwerven. Uiteindelijk is in principe overeenstemming bereikt over een prijs van f 365.000, - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 992