- 2 -
bijl.nr. 242
Ad 1
Open terreinen kunnen met bejaardenwoningen worden bebouwd. In verband met
de beperkte contingentering en de daaruit voortvloeiende lokatiekeuze kan
in stadsvernieuwingsgebieden aan woningwet- en premiehuurwoningen worden
gedacht. In de rest van de stad zullen goedkope vrije sectorwoningen
moeten worden gerealiseerd.
Naast goedkope huurwoningen is er ook behoefte aan wat duurdere huur- en
koopwoningen, die in vergelijking met woningwet- bejaardenwoningen meer
comfort en ruimte bieden. Door deze categorie bejaardenwoningen te reali
seren kan de doorstroming in de desbetreffende buurten worden bevorderd en
zal ook deze groep ouderen zich langer zelfstandig kunnen handhaven in hun
woning. Er zal een inventarisatie moeten plaatsvinden naar de beschikbare
terreinen in de aangegeven buurten. Ook zal aangegeven moeten worden welke
terreinen na een bestemmingsplanwijziging in aanmerking kunnen komen.
Om tekorten in de nieuwbouwwijken op langere termijn te voorkomen wordt
voorgesteld om het percentage bejaardenwoningen in woningwet en premiehuur
non-profit nieuwbouwcomplexen te verhogen tot 10.
De vraag van ouderen uit de stadsvernieuwingsbuurten is om in de eigen
buurt passende huisvesting voor hen te realiseren. Voor het complex aan de
Claudius Prinsenlaan zijn 300 aanmeldingen voor ongeveer 60 woningen
binnen gekomen. Het percentage bejaardenwoningen zal om deze redenen voor
de stadsvernieuwingsbuurten op minimaal 15% worden gesteld. Naast het
verhogen van het percentage bejaardenwoningen zal er meer aandacht geschonken
moeten worden aan de 2- en 3-kamerwoningen in de nieuwbouw meergezins
woningcomplexen die in de toekomst met enkele kleine aanpassingen geschikt
te maken zijn voor de huisvesting van bejaarden.
Ad 2
Bestaande begane grondwoningen kunnen aangepast worden aan de behoeften
van ouderen. In een aantal meergezinswoningcomplexen zijn de begane grond-
woningen qua bereikbaarheid en ligging ten opzichte van voorzieningen
dermate gunstig gesitueerd dat door bouwkundige aanpassingen de woningen
voor de ouderen zodanig gemaakt kunnen worden dat zij er langer zelfstandig
in kunnen blijven wonen.
De kosten van deze aanpak verschillen per woningtype en zijn o.a. afhanke
lijk van de seriegrootte.
Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat het aanbrengen van de noodzakelijke
voorzieningen niet tot een huurverhoging mag leiden. Om dit uitgangspunt
gestalte te kunnen geven is door uw raad al een bedrag van 100.000,
(kapitaallasten) beschikbaar gesteld ten laste van de begroting 1984.
In de komende periode 1984-1985 wordt verwacht dat het (ver)bouwen van een
45-tal woningen ten behoeve van bejaarden van zowel de woningbouwvereni
gingen als het gemeentelijk woningbedrijf tot uitvoering zal komen.
De kosten van het (ver)bouwen worden geraamd op 15.000,per woning,
incl. voorbereiding en toezicht, zodat hiermede een bedrag is gemoeid van
675.000,De hierop betrekking hebbende kapitaallasten (rekening
houdend met een afschrijvingstermijn van 40 jaar) bedragen 74.925,
Resteert derhalve 25.075,van het beschikbaar gestelde bedrag van
100.000,Het resterende bedrag ware te bestemmen voor thans onvoor
ziene eenmalige kosten, waarbij bijv. gedacht moet worden aan haalbaar
heidsonderzoeken e.d.