bijlagenr. 245
De maatregelen, die wij in de notitie hebben voorgesteld,
hebben wij beknopt in de vorm van een besluitenlijst als
bijlage bij het hierbij aangeboden concept-raadsbesluit opge
nomen
Enkele van deze maatregelen zijn mede als gevolg van de
inspraakresultaten aangevuld en/of aangepast.
Inhoud
Op grond van de naar voren gekomen ervaringen, menen wij te
moeten constateren, dat de verdraagzaamheid van sommige Breda-
naars ten opzichte van leden van etnische groepen en andere
minderheidsgroeperingen geringer wordt.
De oorzaak lijkt met name gezocht te moeten worden in een combi
natie van de volgende factoren:
- onbekendheid met andere culturen en/of leefwijze;
- concurrentie op terreinen als woningdistributie en arbeids
markt van leden van minderheidsgroepen;
- de gegroeide omvang van de etnische groepen;
- de combinatie van minder geschikte huisvesting en concentra
tie van economisch-zwakkere groepen in bepaalde stadswijken.
In de notitie wordt een aantal concrete gevallen genoemd,
waarbij wij onderscheid hebben gemaakt tussen vormen van indi
viduele discriminatie en vormen van institutionele discrimi
natie.
De bereidheid tot het doen van aangifte bij de politie van dis
criminatie of discriminerende behandeling is, op grond van de
beschikbare cijfers bij de politie, zeer laag als het gaat om
klachten wegens discriminatie naar ras (1 klacht in 3 1/2
jaar)
De cijfers m.b.t. het doen van aangifte bij de kinder- en zeden
politie zijn beduidend hoger (228 aangiften in bijna 3 jaar).
Uit de notitie blijkt dat knelpunten bij de huidige discrimina
tie-bestri jding te maken hebben met onder meer gebrek aan
contact en overleg tussen instellingen inzake ervaringen met
betrekking tot discriminatie, gebrek aan vertrouwen in de
justitiële afhandeling van de aangiften en onbekendheid met de
werkwijze van de politie.
Ons college wijst elke vorm van discriminatie en achterstelling
van wie dan ook ondubbelzinnig af.
Oplossingen om deze problemen tegen te gaan, zullen o.i.
gezocht moeten worden in de sfeer van:
- een bundeling en het op elkaar afstemmen van de voorlichting
door de diverse instanties en instellingen;
- het initiëren en verder intensiveren van overleg op verschil
lende niveau's;
- deskundigheidsbevordering;
- het welzijnswerk;
- het (gemeentelijk) personeelsbeleid;
- het onderzoeken of het opnemen van non-discriminatie
clausules in contracten en vergunningen nodig en/of mogelijk
is;
- het samenwerken met bestaande initiatieven op het terrein van
discriminatiebestrijding