aan de raad der
gemeente Breda
^r\c>rz?
OW/8407022
30-5-1984
agendanummer: 16
bijlagenr254
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het nemen van
een voorbereidingsbesluit voor
3 terreinen gelegen aan de
Claudius Prinsenlaan-Heerbaan
en Nieuwe Inslag.
De desbetreffende terreinen zijn gelegen in het gebied genaamd "Bijster"
begrensd door de Claudius Prinsenlaan-Heerbaan-Topaasstraat en de Molenley.
Het is de bedoeling binnen een jaar voor bovenvermeld gebied, waar momenteel
zeer globale en versnipperde bestemmingsplannen of delen daarvan geldig
zijn, een herziening van de bestemmingsplannen voor te bereiden.
Op de voor u ter inzage gelegde tekening nr. 55466 zijn de drie terreinen
met een "grijs raster" en omlijnd nader aangegeven, waarvoor het gewenst is
dat op korte termijn door uw raad een voorbereidingsbesluit wordt genomen als
bedoeld in artikel 21 van de wet op de ruimtelijke ordening.
Voor deze drie bovenvermelde terreinen zijn thans bebouwings- c.q. inrich
tingsplannen in voorbereiding, die op korte termijn in uitvoering kunnen
worden genomen, voordat het bovengenoemde ontwerp-bestemmingsplan "Bijster"
ter visie is gelegd.
De terreinen zijn hierna volgend nader omschreven.
Met betrekking tot dit terrein gelegen op de hoek Claudius Prinsenlaan-
Heerbaan, heeft ons college eveneens in februari j.l. besloten, om vooruit
lopend op het bestemmingsplan "Bijster" ter plaatse een kantoorproject te
doen realiseren.
Gelet op de fase waarin de planontwikkeling zich thans bevindt en gelet
op de planning (start bouw) is het noodzakelijk om vooruitlopend op het
bestemmingsplan een artikel 19-procedure te volgen waarvoor thans eveneens
een voorbereidingsbesluit dient te worden genomen.
2^
Dit terrein gelegen aan de Claudius Prinsenlaan, is voor een gedeelte
eigendom van de benzinemaatschappij "Fina", waarop een verkooppunt voor
motorbrandstoffen is gevestigd.
Vernoemde maatschappij heeft verzocht medewerking te verlenen tot vernieuwing
en uitbreiding van haar verkooppunt. Om aan dit verzoek medewerking te
kunnen verlenen is het noodzakelijk dat het ter plaatse geldende bestem
mingsplan wordt herzien. De vernieuwbouwplannen verhouden zich niet tot de
thans vigerende juridische regelingen.
Om toch op korte termijn medewerking te kunnen verlenen aan deze bouwactivi
teit dient een artikel 19 W.R.O.-procedure gevoerd te worden, waarbij het
noodzakelijk is dat voor het onderhavige terrein een voorbereidingsbesluit
wordt genomen.
Na afgifte van "een verklaring van geen bezxjaar" door Gedeputeerde Staten
kan bouwvergunning worden verleend.