gemeente Breda
lort?
bijl.nr. 36
De kostenstructuur van een stadsverwarmingsbedrijf wijkt belangrijk
af van het tarief gebaseerd op het niet meer dan anders principe
(lees aardgastarief). Daarom is elke bruto-marge-verbetering door
onder meer aanpassing van de aardgasprijzen voor het stadsverwarmings
bedrijf onontbeerlijk.
Op grond van het feit, dat de aardgasprijs-ontwikkeling in hoge mate
de resultaten van het stadsverwarmingsbedrijf bepaalt, wordt afzonderlijk
aan enkele varianten aandacht besteed.
NEOM heeft naast het in het basismodel toegepaste brandstofprijs-scenario
tevens een laag-scenario aangegeven.
Uitgaande van dit lage prijsscenario is de nadelige invloed op het
eindresultaat bij 4 berekend op 16,8 miljoen.
Ook is het effect nagegaan op het eindresultaat bij 4 indien wordt
verondersteld dat het prijsniveau van 1983 wordt gehandhaafd. Q
Hierbij is de aardgasprijs onafhankelijk van het prijsniveau van de
alternatieve brandstoffen. Wel is een verhoging op basis van de geraamde
kostenontwikkeling toegepast.
De nadelige invloed is berekend op 51,7 miljoen.
Een gunstige ontwikkeling voor het stadsverwarmingsproject zou effectu
ering van het voornemen van de regering zijn om de aardgasprijs voor
kleinverbruikers, dus indirect ook de variabele opbrengst stadsverwarming,
op H.B.O.-pariteit te brengen.
Wederom uitgaande van het eindresultaat bij 4 treedt een positief effect
op van 13,3 miljoen.
Tevens is aandacht geschonken aan de recente tariefonderhandelingen
over de aardgasprijsZo is de invloed bepaald van de door Gasunie
voorgestelde verhoging van de gasprijs met 3,4 cent per 1-1-1984.
Deze is vrijwel gelijk aan de in de miljoenennota gepresenteerde
aardgasprijsverhoging. Tevens is een berekening gemaakt, waarbij als
uitgangspunt het VEGIN-standpunt is opgenomen.
Het financiële gevolg van deze aannames levert een lager eindresultaat
op uitgaande van 4 van 0,5 miljoen en 0,2 miljoen voor Gasunie-
respectievelijk VEGIN-standpunt.
6. Beoordeling door het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële
adviezen
Het Verificatiebureau heeft op ons verzoek het rekenmodel en de uit
gangspunten stadsverwarming 1983 beoordeeld.
Zij komen tot de conclusie dat het ontwikkelde computermodel reken-
technisch goed functioneert.
Zij menen dat het basismodel enige aanpassingen behoeft, welke over
eenkomen met de varianten in het model.
Zij zijn met ons van mening, dat het aangeven van een band, waarin
het eindresultaatvan het project wordt geprognoseerd moet geschieden
door enkele gelijktijdig optredende varianten te beschouwen.
Door hen is verzocht enkele berekeningen toe te passen waarbij onder
meer geen reële verhoging van de energie-prijzen wordt verondersteld
maar maximaal wordt uitgegaan van een aanpassing aan de inflatie.
Een belangrijke reële verhoging van de gasprijs, zoals verondersteld
door de NEOM, achten zij in de huidige economische en politieke situatie
niet haalbaar, dan wel deze verhoging zal gaan leiden tot vermindering
van het verbruik.
- zie blad 7 -
- 6 -