Bijlagenr.273
De naar aanleiding daarvan ingekomen schriftelijke reacties zijn
ter inzage gelegd*. Bovendien zijn die reacties vervat in een
samenvatting die hierbij is gevoegd.
Op grond van de in onze genoemde notitie vermelde overwegingen
en gelet op bovenbedoelde reacties stellen wij u voor om onze
notitie inzake de evaluatie van de indiening van voorstellen door
individuele raadsleden en de daarin vervatte slotconclusie met in
stemming voor kennisgeving aan te nemen.
Bovendien stellen wij u voor om de werkingsduur van het voormelde
raadsbesluit van 16 september 1982 (bijlage 340-onderdeelIamet
een periode van twee jaren te verlengen.
In die periode zullen wij dan bezien welke definitieve tekstwijzi
gingen als gevolg van uw besluitvorming in het geldende Reglement
van orde dienen te worden aangebracht. Wij zullen u daaromtrent
in bedoelde periode een voorstel doen. Daarbij zullen dan ook mo
gelijk andere gewenst te achten wijzigingen in het gedeelte van
het Reglement van orde dat betrekking heeft op de vergaderingen
van de raad kunnen worden meegenomen, zodat dit gedeelte van het
Reglement dan weer helemaal "bij" is ten opzichte van de sedert
de vaststelling ervan (op 12 februari 1981) zich voorgedaan heb
bende ontwikkelingen.
II. Functionering_van commissieleden niet-raadsleden in de raads
commissies
In de ter inzage gelegde notitie d.d. 24 januari 1984* is inge
gaan op
- de uitvoering van de in het Programma-akkoord 1982 - 1986 ge
formuleerde beleidsvoornemens met betrekking tot de raadscom
missies
- de aanpak van de evaluatie van het functioneren van de commissie
leden niet-raadsleden in de raadscommissies.
Bedoelde evaluatie zou volgens het Programma-akkoord moeten zijn
afgerond per september 1984, zodat de raad alsdan kan oordelen
over het al dan niet continueren van het aangeduide experiment
tot aan het einde van de huidige zittingsperiode van de raad.
I f