aan de raad der gemeente Breda OW/8407443 13-6-1984 Agendanummer: 20 bijlagenr.274 Voorstel van burgemeester en wethouders tot ongegrondverkla- ring van het beroep van J.P. Kloppert tegen de aanschrijving ex artikel 25 Woningwet inzake de woning Emmastraat 3. Op 2 april 1984 is de heer J.P. Kloppert, Antwerpenstraat 148, 4826 HE Breda, aangeschreven de nodige voorzieningen te treffen ter opheffing van de gebreken aan de woning Emmastraat 3. Bij brief van 12 april 1984 heeft de heer Kloppert bij uw raad voorzie ning gevraagd. Het beroepschrift is ingekomen binnen de in de Woningwet gestelde termijn. De heer Kloppert dient derhalve in zijn beroep ontvanke lijk te worden verklaard. In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht: naar het oordeel van appellant zijn niet alle te treffen voorzieningen urgent of noodzakelijk voor de bruikbaarheid en/of instandhouding van de woning; financieel is uitvoering van de geëiste voorzieningen voor appellant niet haalbaar binnen de in de aanschrijving gestelde termijn van 3 maanden; voorgesteld wordt de te treffen voorzieningen gefaseerd te doen plaatsvinden, afhankelijk van de netto-huuropbrengst van het pand. De heer Kloppert maakt geen bezwaar tegen de in de aanschrijving geëiste voorzieningen. Zijn bezwaren zijn gericht tegen de financiële gevolgen van de aanschrijving en de termijn waarbinnen de voorzieningen getroffen moeten worden. De kosten van de uitvoering worden geschat op ca. 30.000, Wanneer de heer Kloppert de netto-jaarhuur besteden wil om de voorzieningen te treffen, zal de voltooiing van de werkzaamheden 8 jaar vergen. Wij zijn van oordeel dat deze termijn te lang is. Indien de heer Kloppert een lening van 30.000,zou afsluiten op basis van annuïteit met een rentepercentage van 8% om de werkzaamheden ineens uit te voeren, zou de huidige netto-huuropbrengst toereikend zijn om dit bedrag binnen 13 jaar af te lossen. Uitstel van de termijn, waarbinnen de noodzakelijke voorzieningen getroffen moeten worden, met 3 maanden is naar onze mening ruim voldoende en rede lijk te noemen. Wij zijn van mening dat de aanschrijving terecht is gedaan. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, derde lid van de bouwverordening is de heer Kloppert in de vergadering van de commissie wonen in de gelegen heid gesteld te worden gehoord. Betrokkene heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1234