aan de raad der cemeente Breda Agendanummer: 37 bijlagenr.: 291 JSR/8410277 Voorstel van burgemeester en wet- 15-8-1984 houders betreffende de inzet van de door het ministerie van W.V.C. beschikbaar gestelde financiële middelen in het kader van het sociaal-cultureel werk voor werkloze jongeren 1984-1985 1Inleiding; de WVC-circulaire van 26 januari 1984 In de circulaire d.d. 26 januari 1984* zet het ministerie van W.V.C. haar beleid inzake het sociaal- cultureel werk voor werkloze jongeren uiteen. Het ministerie biedt gemeenten de mogelijkheid om, voor 1984 en 1985, een rijksbijdrage in de kosten van werkprojecten voor werkloze jongeren aan te vragen. Met betreffende circulaire geeft het ministerie een vervolg aan het door haar in 1982 en 1983 in gang gezette beleid om het bestaande sociaal-cultureel werk te stimuleren meer dan normale aandacht aan de jeugdwerkloosheidsproblematiek te besteden ("functievernieuwing") Meer nog dan in voorgaande jaren wordt de nadruk gelegd op educatieve/arbeidsgerichte activiteiten; recreatieve activiteiten worden tot het reguliere aanbod gerekend. Wat betreft de doelgroep wordt nadrukkelijk voorrang gegeven aan projecten van en voor de meest kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt t.w. randgroepjongeren, meisjes en jongeren van etnische minderheden. Projecten kunnen voor een periode van max. twee jaar voor financiële ondersteuning in aanmerking komen. I.t.t. de in 1982 en 1983 door het ministerie van W.V.C. gevolgde procedure is de budgetverdeling vooraf (op basis van absolute jeugdwerkloosheidscijfers per GAB-regio) vervallen. In principe zijn alle gemeenten in de gelegenheid, gesteld om - middels het indienen van plannen - een beroep op financiële ondersteuning te doen. Hiermee is tevens de regionale inzet van deze middelen losgelaten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1285