bijlagenr.291 Vooralsnog echter moet voprtzetting en/of uitbouw afhan kelijk worden gesteld van de financiële ondersteuning van overheidswege. Blijft financiële ondersteuning uit dan komt ook het huidige cursussenaanbod volledig te ver vallen. Hiermede dreigen zinvolle activiteiten voor werkloze jongeren die tot de meest problematische groep op de arbeidsmarkt kunnen worden gerekend, verloren te gaan. Met de door het ministerie van W.V.C. geopende mogelijk heid de (eventueel) resterende financiële middelen 1984 in te zetten t.b.v. reeds lopende "werkprojecten" (zie par. 3.1. punt 6)y kan het huidige cursusaanbod wellicht met max. één jaar worden verlengd. Voor nadere informatie omtrent de werkprojecten Fidelis wordt verwezen naar de ingediende aanvrage die ter visie is gelegd. Samenvatting en advies Samenvattend kan worden geconcludeerd dat met de W.V.C.- bijdrage 1984 (max. f 230.000,--) en 1985 (max. f 270.000,--) een financiële impuls kan worden gegeven aan de uitvoering van zowel het gemeentelijk jongerenopvang- beleid (de "geïntegreerde" projectaanpak) alsook aan het gemeentelijk jeugdwerkloosheidsbeleid (gemeentelijk jeugdwerkplan) Met behulp van deze rijksbijdrage kunnen navolgende projecten worden gerealiseerd: - één of enkele nader te bepalen "werkprojecten" in het kader van het experimentenbeleid randgroepjongerenwerk; - de textielleerwerkplaats voor Turkse en Marokkaanse meisjes - de sleutelwerkplaats voor Antilliaanse jongeren; - een in overleg met het ministerie van W.V.C. nader te bepalen "werkproject", dit "ter vervanging" van het V JV-project Indien de rijksbijdrage 1984 niet volledig t.b.v. boven staande projecten wordt ingezet, kunnen de resterende financiële middelen worden ingezet t.b.v. een reeds lopend "werkproject". De werkprojecten Fidelis kunnen als zodanig worden aangemerkt. Betreffende projecten sluiten aan bij het gemeentelijk beleid inzake de aanpak van de jongerenopvang- en/of jeugd werkloosheids problematiek Gelet op de van rijkswege gestelde subsidietermijn 1984— 1985) verdient het dan ook aanbeveling deze projecten zo snel mogelijk op te starten. De voorbereidingen hiertoe zijn in volle gang. Om de opstart niet onnodig te vertragen dienen de benodigd'e financiële middelen op korte termijn beschikbaar te worden gesteld. - 7 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1291