aan de raad der gemeente Breda 1 298 <nn rz? Agendanummer: 45- bijlagenr.299 Voorstel van burgemeester en wethouders om vooruitlopend op de konkrete uitwer king reeds te beginnen met de voorbe reidingen voor het pilot-projekt voor Molukkers. SD/8410725 15 augustus 1984 Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 22 juni 1984 ingestemd met de notitie van ons kollege d.d. 23 maart 1984 m.b.t. de opzet van een pilotprojekt voor Molukkers. De notitie ligt voor u ter visie. Aan de totstandkoming van het pilotprojekt is veel voorwerk en overleg vooraf gegaan. Het pilotprojekt, dat behalve in onze gemeente ook in de gemeenten Moordrecht en Hoogeveen zal starten, is met name bedoeld om na te gaan welke lacunes er zij n in het normaal netwerk van voorzieningen en hoe deze op te vullen, zodat de negatieve spiraalwerking waarin sommige Molukse jongeren zich bevinden, kan worden doorbroken. Hierbij wordt gedacht aan een experimenteel en geïntegreerd projekt met in principe een duur van vier jaar. Het totale subsidie pèr jaar is als volgt samengesteld: - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 20 WVM- plaatsen met een maximum van 800.000, - Ministerie van Binnenlandse Zaken 40.000, - Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen 50.000, - Ministerie van WVC financiert de kosten van een maatschappelijk begeleider. Gezien de ervaringen van het Moluks EAJ-bouwprojekt dat op 1 september 1984 afloopt en gelet op de moeilijke situatie in de wijk, hebben wij de betrokken ministeries verzocht om naast de maatschappelijke begeleider, een ontwikkelings team (drie formatieplaatsen) te subsidiëren. Hiertoe hebben wij op advies van de ministeries een aanvullend subsidie-verzoek gedaan. De rijksoverheid heeft de noodzaak van een begeleidings- en ontwikkelingsteam onderkend en is ten dele tegemoet gekomen aan ons verzoek. Er is toestemming gegeven om de kosten van drie van de 20 toegekende WVM-plaatsen op te trekken tot maximaal 50.000,per arbeidsplaats. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 1316