Bijlagenummer317
3. de van de Stichting Verenigde Protestants Christelijke
Scholen Breda ingekomen verzoeken, betreffende:
a. de uitbreiding met één noodlokaal ten behoeve van de
g1o-school Kangoeroestraat 5.
In het gebouw Kangoeroestraat 5 zijn een kleuter en
lagere school gehuisvest. Op dit moment is er een tekort
aan één g1o-lokaalDit tekort vindt zijn oorzaak
voornamelijk in de structuur van de school.
In de huidige situatie is geen ruimte aanwezig om de
anderstaligen in eigen taal en cultuur te onderwijzen;
waardoor ook stimulering in de verdrukking komt.
Door het beschikbaar stellen van één (nood)lokaal zullen
de normale eisen niet worden overschreden;
b. verhuiskosten i.v.m. opheffing dépendance Zomergemstraat
4ten behoeve van de g1o-school Calandstraat 52.
Met ingang van 1 augustus 1904 is de dépendance van de
Calandstraat, gehuisvest aan de Zomergemstraat 4
opgeheven. Het daar aanwezige meubilair en de leer- en
hulpmiddelen zijn overgebracht naar de Calandstraat en de
Kangoeroestraat
Voor de bekostiging van de verhuizing doet het bestuur
met recht een beroep op het bepaalde in artikel 72;
4. het van de Stichting Katholiek Onderwijs Ginneken ingekomen
verzoek, betreffende de aanschaf van leermiddelen
voorbereiden moedertaalonderwijs ten behoeve van de kleuter
school Dillenburgstraat 12.
Het bestuur wenst materialen aan te schaffen voor het geven
van moedertaalonderwijs op de kleuterschool. Het ontwikkelen
van met name de mondelinge taalvaardigheid geschiedt op de
kleuterschool door het voorbeeldgedrag van de leidster en
door het bevorderen van het spreken door kleuters.
De aanwezige boeken en handleidingen alsmede het aanwezige
ontwikkelingsmateriaal zijn voor het taalonderwijs
voldoende. Omdat de school in dit opzicht volledig is
ingericht dient vervanging ervan uit het bedrag per kleuter
te worden gefinancierd.
Door het toestaan van de gevraagde gelden zouden de normale
eisen worden overschreden.
Wij stellen U voor ten aanzien van bovengenoemde aanvragen de
navolgende beslissingen te nemen:
a. ten aanzien van de aanvragen, vermeld onder 1a t/m 3b de
gevraagde medewerking te verlenen;
b. ten aanzien van de aanvrage, vermeld onder 4 de gevraagde
medewerking te weigeren.
- 2 -