Bijlagenummer320
Door realisering van bebouwing op de hoek van de Oude Vest-Molenstraat zal
het zicht op afstand op het benzineverkooppunt zodanig verminderen, dat
naar verwachting voortzetting van de exploitatie van het benzineverkoop
punt niet langer rendabel zal zijn.
Hiermede zal een omzetderving ten opzichte van de voorheen bestaande
situatie gemoeid zijn van ca. 785.000,per jaar.
Appellante stelt zich wel te kunnen vinden in het feit dat uit een oogpunt
van algemeen belang de door het gemeentebestuur genomen maatregelen juist
zijn te achten. Wel vraagt appellante zich af of het redelijk is, dat
individuele en reeds lang gevestigde belangen hierdoor op zodanige ern
stige wijze worden geschaad, tenzij hiervoor compensatie zou kunnen worden
geboden.
Appellante stelt het op prijs, dat de gemeente recht erkent op enigerlei
passende compensatie van de schade, die hieruit zou kunnen voortvloeien en
vraagt in overleg met appellante een passende oplossing te zoeken.
Met betrekking tot het ingediende bezwaar merken wij het volgende op.
Momenteel vinden met appellante besprekingen plaats over meerdere verkoop
punten, waarvan de onderhavige er een is.
Wij zijn van oordeel dat de omzet van dit verkooppunt eerder vanwege de
slechte situering is gedaald dan dat dit overwegend door van gemeentewege
genomen verkeersmaatregelen zou zijn veroorzaakt.
Dat deze verkeersmaatregelen op zich op de omzet geen positieve invloed
hebben gehad en dat ook de geprojecteerde bebouwing dat niet zal doen
lijkt duidelijk. De omzetdaling en het zelfs op langere termijn niet meer
levensvatbaar zijn van dit verkooppunt is echter in het bijzonder toe te
schrijven aan het feit dat dit punt niet aan een uitvalsweg is gelegen,
ruimtelijk geen mogelijkheden heeft om zich aan de gewijzigde eisen aan te
passen en een uitbreiding met L.P.G.-verkoop uit milieutechnische overwe
gingen onaanvaardbaar is.
Het zijn in het bijzonder deze factoren die een rendabele exploitatie
uiterst twijfelachtig maken.
Overigens is in de (vanuit een andere optiek) lopende besprekingen met
Fina Nederland B.V. het onderhavige verkooppunt betrokken.
Ingeval er geen oplossing bereikbaar is kan appellant overwegen een- beroep
te doen op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
De StAR heeft medegedeeld te kunnen instemmen met de onderhavige bestem
mingsplanwijziging. Met de door de P.P.C. gemaakte opmerkingen is zoveel
als mogelijk rekening gehouden.
Ten aanzien van de financiële aspecten van het ontwerpplan mogen wij u
verwijzen naar de bij het plan behorende toelichting.
De kaart van het ontwerp-bestemmingsplan Oude Vest-Molenstraat (tekening
nummer 55261), met bijbehorende voorschriften en toelichting, alsmede het
ingekomen bezwaarschrift zijn in de leeskamer ter inzage gelegd.